Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3347

Zaaknummer

M 201-2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft klager gewezen op de diverse mogelijkheden die op dat moment gebruikelijk en te verwachten waren. Verweerder kon daarbij geen rekening houden met situaties die zich nadien hebben voorgedaan. De raad acht het advies van verweerder om nog even af te wachten zolang de commissie nog met de zaak van klager bezig was en niet duidelijk was of klager met een exequatur procedure naar Nederland kon worden overgebracht, begrijpelijk.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

Beslissing van 2012

in de zaak M 201 - 2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

B

verweerder

 

 

 

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 24 oktober 2011 met kenmerk DOK 6895 , door de raad ontvangen op 25 oktober 2010, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 juni 2012 in aanwezigheid van. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennisgenomen van:

- de brief van de deken van 24 oktober 2012, met bijlagen.

                                     

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Klager is door het Hof van Beroep in België bij arrest van 25 juni 2009 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar. Klager had zich tot verweerder gewend met de vraag of het voor hem gunstig  was om na het onherroepelijk worden van de in België opgelegde straf te bewerkstelligen dat de straf in Nederland ten uitvoer zou worden gelegd. Verweerder heeft klager bij brief dd. 12 augustus 2009 negatief geadviseerd. Het tegen voormeld arrest ingestelde cassatieberoep is op 6 oktober 2009 verworpen.

2.2     De opvolgend raadsman van klager, mr. X, heeft per email dd. 3 augustus 2010 bij het Ministerie van Justitie te België een verzoek tot overbrenging van klager naar Nederland ingediend. Bij brief van 19 januari 2011 heeft mr. X  de Officier van Justitie benaderd in verband met de strafeis. Mr. X verwees in voormelde brief naar de door de rechtbank Maastricht aan de medeverdachten opgelegde straf van 5 jaar, welke straf rekeninghoudend met de Nederlandse VI regeling overeenkomt met de Belgische straf, rekening houdend met de Belgische VI regeling. Mr. X stelde in het kader van de rechtsgelijkheid ervan uit te gaan dat de strafeis overeenkomstig de straf in Maastricht zou zijn.

2.3     De rechtbank te Middelburg heeft op 19 juli 2011 een bevel tot bewaring van klager verleend voor de duur van veertien dagen. De officier van justitie heeft op 20 juli 2011 gevorderd dat de rechtbank Middelburg verlof zou verlenen tot tenuitvoerlegging in Nederland van de beslissing van het Hof van Antwerpen dd 25 juni 2009.

 

3               KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder klager een onjuist heeft advies gegeven ten aanzien van klagers mogelijkheden  om het vervolg van zijn straf in Nederland in plaats van in België uit te zitten en derhalve ten onrechte een honorarium in rekening heeft  gebracht.

 

4               VERWEER

4.1         Verweerder is in de periode van 1998 t/m 2009 in diverse strafzaken in Nederland als raadsman voor klager opgetreden. Al deze strafzaken zijn zeer gunstig voor klager afgelopen.

4.2         Verweerder heeft klager bijgestaan in de overleveringsprocedure en hem op diens verzoek geadviseerd over de keuze die hij zou kunnen maken nadat het Belgische arrest onherroepelijk zou zijn geworden. Het ging er om of hij er verstandig aan deed om op dat moment overbrenging naar Nederland te verzoeken.

4.3         Verweerder heeft dit advies naar beste kunnen en rekening houdend met alle omstandigheden en hetgeen normaal gesproken gebruikelijk is. opgesteld. Verweerder is in deze zaak alleen in het voorstadium adviserend opgetreden. Dit was nog voordat de zaak in België tegen klager onherroepelijk was geworden. Het advies bevatte een risico-inschatting met een concluderend advies. Het is hoogst uitzonderlijk dat klager uiteindelijk in België nadat hij een derde van de straf had uitgezeten niet werd vrijgelaten, en tevens dat België klager naar Nederland liet gaan met de exequatur mogelijkheid. Verweerder heeft beide uitzonderingen wel benoemd in zijn advies van 27 augustus 2009, maar hij is bij zijn advies uitgegaan van hetgeen gebruikelijk was.

4.4         Klager heeft aan verweerder niet gevraagd om hem juridische bijstand te verlenen bij de overbrenging naar Nederland; deze rechtsbijstand is kennelijk door mr. X verleend. Voordat deze een verzoek tot overbrenging van klager deed, had hij reeds een toezegging in zijn bezit dat die overbrenging zou plaatsvinden met de exequaturprocedure, indien het verzoek tot overbrenging zou worden gedaan. Verweerder diende ten tijde van zijn advies uit te gaan van wat in België gebruikelijk was.

4.5         Toen de beslissing van het Hof van Beroep onherroepelijk was heeft mr. X eerst afgetast of de Belgische autoriteiten genegen waren om client met behulp van de exequaturprocedure naar Nederland te laten gaan. Pas na  instemming hiermee, heeft mr. X het verzoek tot overbrenging gedaan. Verweerder kon deze stappen destijds nog niet nemen omdat de zaak nog niet onherroepelijk was. Hij kon slechts adviseren op basis van wat gebruikelijk was en redelijkerwijs te verwachten viel.

 

5.          BEOORDELING

5.1     Verweerder heeft klager geadviseerd ten aanzien van de vraag of het  verstandig was overbrenging naar Nederland te vragen om zijn in België opgelegde straf in Nederland verder ten uitvoer te laten leggen. Verweerder heeft zijn advies uitgebracht voordat de beslissing van het Hof van Beroep onherroepelijk was. Het advies bevatte derhalve een risico-inschatting met de wetenschap en de omstandigheden van dat moment. Verweerder moest daarbij uitgaan van hetgeen in dergelijke situaties gebruikelijk was en van de door hem geraadpleegde bronnen.

 

5.2     Aan een advocaat komt bij de behandeling van een zaak een ruime mate van vrijheid toe. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zich vergewist van de op dat moment geldende rechtsregels en dat hij zich inspant om zijn client zo goed mogelijk te adviseren. Het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel kan eerst dan geïndiceerd zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist adviseert, waardoor de belangen van de cliënt worden geschaad of kunnen worden geschaad.

 

5.3     Verweerder heeft klager gewezen op de diverse mogelijkheden die op dat moment gebruikelijk en te verwachten waren. Verweerder kon daarbij geen rekening houden met situaties die zich nadien hebben voorgedaan. De raad acht het advies van verweerder om nog even af te wachten zolang de commissie nog met de zaak van klager bezig was en niet duidelijk was of klager met een exequatur procedure naar Nederland kon worden overgebracht, begrijpelijk.

5.4     Verweerder ging ervan uit dat klager zich tot hem zou wenden als de zaak bij de commissie was geweest. Zover is het evenwel niet gekomen. Verweerder heeft derhalve niet de mogelijkheid gekregen die stappen te zetten waartoe de opvolgende advocaat is overgegaan.

5.5     De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande ongegrond verklaren.

 

              6.       BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 augustus 2012 .

 

 

 

                        griffier                                                    voorzitter                                    

 

Deze beslissing is in afschrift op 31 augustus 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-               klager

-                       verweerder

-                       de deken van de orde van advocaten te Maastricht

-                       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.             Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.             Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.             Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl