Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-12-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3681

Zaaknummer

M 156 - 2012

Inhoudsindicatie

Verzet niet geleid tot een vaststelling van andere dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 3 december 2012

     in de zaak M156-2012

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 7 maart 2012 op de klacht van:

 

                                        A.

 

                                        klager

 

                                        tegen:

 

                                        B.

 

                                        verweerder

 

 

 

 

 

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij beslissing van 11 juni 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 18 juni 2012 is verzonden aan klager.

1.2         Bij brief d.d. 22 juni 2012, door de raad ontvangen op 26 juni 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.3         Het verzet is behandeld ter mondelinge behandeling op 8 oktober 2012. Bij de mondelinge behandeling zijn klager en verweerder verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4         De raad heeft kennisgenomen van:

          -      de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en de onderliggende stukken;

          -      het verzetschrift van klager d.d. 22 juni 2012.

 

  

 

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klager heeft zich medio 2008 tot verweerder gewend met het verzoek een procedure tegen de gemeente X te starten. Op 5 juni en 8 juli 2008 hebben tussen hen gesprekken plaatsgevonden. Klager heeft op 15 juli 2008 een voorschot van € 5.000,-- aan verweerder betaald.

2.2      Verweerder heeft klager bij brief van 28 augustus 2008 te kennen gegeven dat hij op basis van de bestudering van de door klager aan hem overhandigde stukken klager afraadde om een procedure tegen de gemeente X te starten. Klager heeft op 2 september 2008 de aan verweerder overhandigde stukken ten kantore van verweerder retour ontvangen.

2.3      Verweerder heeft klager bij brief van 2 juli 2010 een urenspecificatie voor zijn werkzaamheden tot en met oktober 2010 toegezonden. Verweerder berichtte klager dat de tot en met 2008 geregistreerde werkzaamheden al meer dan het bedrag van € 5.000,-- beliepen. Hoewel verweerder na oktober 2008 nog enkele besprekingen met klager had gevoerd en stukken had bestudeerd verklaarde hij zich bereid zijn declaratie te matigen en deze beperkt te houden tot het reeds door klager voldane bedrag ad € 5.000,--. Verweerder berichtte zijn dossier te zullen sluiten.

2.4      Klager heeft zich bij brief d.d. 22 februari 2012 beklaagd over het optreden van verweerder.

 

3               KLACHT EN VERZET

3.1         De klacht houdt in dat verweerder geen rekenschap heeft afgelegd over het door hem bij wege van voorschot ontvangen bedrag ad € 5.000,--, terwijl verweerder niets zinnigs voor klager heeft verricht, geen specificatie van werkzaamheden heeft getoond en geen actieve rol heeft gespeeld in de zaak waarvoor klager hem had benaderd.

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

 

 

4               BEOORDELING

 

4.1         De voorzitter heeft in de voorzittersbeslissing terecht overwogen dat niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder valt te maken.

4.2         In het verzetschrift zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gebracht die tot een ander oordeel dan dat van de voorzitter zouden kunnen leiden. Derhalve concludeert de raad dat het onderzoek in verzet niet heeft geleid tot een vaststelling van andere dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmede de raad zich verenigt. Mitsdien zal het verzet als ongegrond moeten worden afgewezen.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 3 december 2012 van mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers, A.A. Freriks, H.C.M. Schaeken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier

 

griffier                                                               voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 december 2012

 

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.