Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-03-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2797

Zaaknummer

R. 3921/12.55

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft gehandeld binnen de beleidsvrijheid die hem als advocaat toekomt. De stukken geven geen aanleiding aan te nemen dat het advies van verweerder om niet over te gaan tot het uitbrengen van de dagvaarding kennelijk onjuist is. Onder deze omstandigheid kan en mag van verweerder niet worden verwacht dat hij overgaat tot het voeren van een procedure die naar zijn mening kansloos of in ieder geval te weinig kansrijk is.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

De voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het ressort Dordrecht d.d. 16 februari 2012, door de Raad ontvangen op 17 februari 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Op 8 oktober 2009 is verweerder op grond van artikel 13 van de Advocatenwet aangewezen als advocaat om klager te staan ter zake de aansprakelijkheidsstelling van mr. R. te ’s-Gravenhage en de (toenmalige) deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

1.2 Mr. R. was eerder op de voet van artikel 13 van de Advocatenwet aangewezen als klagers advocaat.

1.3 Klager heeft gesteld dat mr. R. hem niet op behoorlijke wijze heeft bijgestaan en dat hij jegens klager in gebreke is gebleven met de nakoming van zijn verplichtingen en aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door klager geleden schade.

1.4 Klager heeft voorts gesteld dat de toenmalig deken te ’s-Gravenhage evenzeer aansprakelijk is, nu zij niet heeft bewerkstelligd dat mr. R. de door klager gewenste rechtsmaatregelen nam en/of omdat zij niet bereid was klager op grond van artikel 13 Advocatenwet een andere advocaat aan te wijzen.

1.5 Verweerder heeft betreffende de aansprakelijkheidstelling van mr. R. een concept kort geding dagvaarding opgesteld tot het verkrijgen van een voorschot op de schadevergoeding.

1.6 Klager en verweerder hebben vervolgens een verschil van inzicht gekregen over de aanpak van de zaak. Verweerder heeft de behandelingsopdracht beëindigd.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2 Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij weigert klager verder bij te staan in de aansprakelijkheidskwestie van de toenmalige Haagse deken en mr. R. en dat hij weigert de kort geding dagvaarding aan mr. R. te laten betekenen.

 

3 BEOORDELING

3.1 Vooropgesteld wordt dat een advocaat voor het – in overleg met zijn cliënt – te voeren beleid een ruime vrijheid toekomt en dat een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd kan zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt of adviseert en de belangen van de cliënt daardoor kunnen worden geschaad. Daarbij is tevens van belang dat de advocaat bij de behandeling van de zaak de leiding heeft en dat hij vanuit zijn eigen professionele verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. De advocaat dient daarbij wel zorgvuldig te werk te gaan en tegenover zijn cliënt geen onduidelijkheid te laten bestaan over zijn aanpak en over datgene waartoe hij niet bereid is.

3.2 Ook voor een advocaat die op grond van artikel 13 Advocatenwet is toegewezen, geldt het hiervoor genoemde uitgangspunt.

3.3 Uit de stukken volgt dat verweerder uitgebreid met klager heeft gecommuniceerd welke risico’s en (on)mogelijkheden hij voorzag indien hij de opgestelde concept dagvaarding aan mr. R. zou laten betekenen. Verweerder heeft er jegens klager geen enkele onduidelijkheid over laten bestaan dat hij op grond van de van klager ontvangen informatie onvoldoende aanknopingspunten zag om een procedure met een redelijke kans van slagen te voeren. Klager heeft geen andere informatie aangeleverd.

Verweerder heeft voorts klager kenbaar gemaakt dat ook voor het aansprakelijk stellen van de  deken van de Orde van Advocaten concreet bewijs voorhanden dient te zijn en dat dergelijk bewijs ontbreekt.

3.4 Gelet op het vorenstaande heeft verweerder gehandeld binnen de beleidsvrijheid die hem als advocaat toekomt. De stukken geven geen aanleiding aan te nemen dat het advies van verweerder om niet over te gaan tot het uitbrengen van de dagvaarding kennelijk onjuist is. Onder deze omstandigheid kan en mag van verweerder niet worden verwacht dat hij overgaat tot het voeren van een procedure die naar zijn mening kansloos of in ieder geval te weinig kansrijk is.

3.5 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 15 maart 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 maart 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.