Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-10-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3356

Zaaknummer

12-064A

Inhoudsindicatie

Klacht advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerster naar de school van zijn minderjarige dochter te zijn gekomen om haar mee te nemen. De klacht is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 8 oktober 2012

in de zaak 12-064A    

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

  

klager

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 1 maart 2012, door de raad ontvangen op 1 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 6 augustus 2012 in aanwezigheid van verweerster. Klager is met bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de onder 1.1 vermelde brief;

- de stukken vermeld op de daarbij gevoegde inventarislijst;

- de fax van verweerster van 27 juli 2012 met daarbij gevoegde stukken.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1 Verweerster behartigt als advocaat de belangen van de moeder van het minderjarige kind [X]. Klager is de vader van [X] en voormalig partner van de moeder. Tussen klager en de moeder bestaat een geschil over de zorg voor [X] en de omgangsregeling. Op 25 november 2011 hebben partijen een gesprek met het Advies & Meldpunt Kindermishandeling en het Bureau Jeugdzorg gevoerd op de school van [X]. Verweerster is op verzoek van de moeder naar de school toegekomen.

2.2 Bij brief van 7 december 2011 met bijlage heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster de minderjarige dochter van klager van school heeft gehaald terwijl met het Bureau Jeugdzorg en het Advies & Meldpunt Kindermishandeling was afgesproken dat zij dochter voorlopig bij klager zou verblijven. Verweerster is op school verschenen om verhaal te halen bij een van de medewerkers van het Advies & Meldpunt Kindermishandeling waarbij verweerster kenbaar heeft gemaakt dat zij het er niet mee eens was dat de dochter met klager mee naar huis zou gaan.”

4 DE BEOORDELING VAN DE KLACHT

4.1 De klacht richt zich tegen de advocaat van de wederpartij. De raad overweegt dat klager tegenover het gemotiveerde verweer van verweerster onvoldoende (concrete) feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die tot gegrondverklaring van de klacht zouden kunnen leiden. Uit het klachtdossier blijkt niet dat verweerster de minderjarige dochter van klager van school heeft gehaald noch dat zij daartoe het voornemen had. Ook lopen de meningen van klager en verweerster uiteen over de vraag of zij elkaar op de school hebben ontmoet en gesproken, zodat dit onderdeel van de klacht evenmin is komen vast te staan. De klacht is derhalve ongegrond. 

BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. S.M. Gaasbeek-Wielinga, L.D.H. Hamer, H.C.M.J. Karskens, S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 oktober 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam    

    

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl