Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2852

Zaaknummer

R. 3944/12.78

Inhoudsindicatie

Het is niet aan de tuchtrechter om de vraag te beantwoorden of een vonnis rechtsgeldig is betekend. Indien aangenomen moet worden dat het vonnis rechtsongeldig is betekend, impliceert dat geenszins dat verweerster daarin de hand heeft gehad dan wel dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld door de betreffende exploiten aan klagers te laten betekenen.

Inhoudsindicatie

Voor zover de klacht inhoudt dat verweerster het vonnis zou hebben vervalst, stelt de voorzitter vast dat ter zake door klagers geen bewijs is overgelegd.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

De (plaatsvervangend) voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam d.d. 15 maart 2012 met kenmerk R 11/12/60, door de Raad ontvangen op 16 maart 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Bij kort geding vonnis van 31 januari 2012 heeft de Voorzieningenrechter in de Rechtbank ’s-Hertogenbosch klager sub 1 en de stichting, waarvan klager sub 1 bestuurder is, voor zover in deze relevant:

a. verboden om na betekening van het vonnis onjuiste en/of beledigende en/of grievende uitlatingen/geschriften over en jegens verweerster te (laten verspreiden) en klager sub 1 geboden zich niet over verweerster en haar advocatenkantoor uit te laten, in het bijzonder niet voor zover uitlatingen verweerster en haar advocatenkantoor in hun eer en/of goede naam zullen aantasten, waaronder – uitdrukkelijk niet limitatief – het bezigen tegenover derden van strafrechtelijke kwalificaties en beschuldigingen zoals bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte, het aannemen van een vaste hoedanigheid, samenspanning e.d.;

b. veroordeeld om aan verweerster een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere keer dat zij niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling onder a. voldoen;

c. verboden om na betekening van dit vonnis op het internet kopieën te plaatsen van (proces)stukken die onderdeel uitmaken van tussen partijen spelende (klachten)procedures, of teksten daaruit te citeren;

d. veroordeeld om aan verweerster een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere keer dat zij niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling onder c. voldoen;

e. geboden om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de reeds op internet geplaatste artikelen te laten verwijderen;

f. veroordeeld om aan verweerster een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling onder e. voldoen;

g. geboden om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis volledige opgave te doen aan verweerster van alle websites die op hun naam zijn geregistreerd, althans websites waartoe zij gemachtigd/bevoegd zijn en in staat om content (artikelen, teksten, foto’s) aan toe te voegen en van alle websites waarop door hen de naam van tenminste een van eisers en/of het kantoor van verweerster is vermeld;

h. veroordeeld om aan verweerster een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling onder g. voldoen en per verzwegen website;

i. veroordeeld hoofdelijk om binnen twee weken na betekening van dit vonnis een voorschot op schadevergoeding te betalen aan verweerster ad. € 5.000,00;

j. verboden zich gedurende een jaar na betekening van dit vonnis zich te begeven naar en/of zich te bevinden:

a. binnen een straal van 500 meter rond het kantoor van verweerster;

b. binnen de deelgemeente H. van de gemeente Rotterdam, waarin de woning van verweerster is gelgen;

c. binnen een straal van 100 meter rond de persoon van verweerster (met uitzondering van de momenten dat partijen elkaar dienen te treffen in het kader van mondelinge behandelingen van zaken waarbij zij beiden partij dan wel betrokken zijn;

k. veroordeeld om aan verweerster een dwangsom te betalen van € 25.000,00 voor iedere keer dat zij niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling onder j. voldoen;

1.2 Op 3 februari 2012 heeft de deurwaarder voornoemd vonnis aan klager sub 1 en de stichting betekend en bevel tot betaling van de proceskosten gedaan.

1.3 Op 10 februari 2012 heeft de deurwaarder herhaald bevel tot betaling gedaan jegens klager sub 1 en de stichting ter zake de proceskosten en bevel gedaan tegen kwijting te betalen verbeurde dwangsommen, betekeningskosten en nakosten.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2 Meer in het bijzonder verwijten klagers verweerster dat het vonnis van 31 januari 2012 rechtsongeldig is betekend.

 

3 BEOORDELING

3.1 Het antwoord op de vraag of een vonnis rechtsgeldig is betekend, is niet aan de tuchtrechter, maar aan de civiele rechter. Indien aangenomen moet worden dat het vonnis voornoemd rechtsongeldig is betekend, impliceert dat geenszins dat verweerster daarin de hand heeft gehad dan wel dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld door de betreffende exploiten aan klagers te laten betekenen.

3.2 Voor zover de klacht inhoudt dat verweerster het vonnis van 31 januari 2012 zou hebben vervalst, stelt de voorzitter vast dat ter zake door klagers geen bewijs is overgelegd.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 3 april 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 april 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klagers

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.