Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-10-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3391

Zaaknummer

12-74

Inhoudsindicatie

Verzet. Hoewel het verzetschrift de raad te laat heeft bereikt, wordt de termijnoverschrijding verschoonbaar geoordeeld. Het verzet is ongegrond na kennelijk niet ontvankelijk verklaarde klacht wegens tijdverloop tussen bijstand van verweerder ten behoeve van klaagster en de indiening van de klacht.

Uitspraak

Beslissing van 15 oktober 2012

in de zaak 12-74

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter

van de raad van discipline van 14 mei 2012 op de klacht van:

mevrouw [  ] klaagster

wonende te [ ]

klaagster

tegen:

mr. [ ] X

advocaat te A.

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 19 april 2012  met kenmerk K 12/14, door de raad ontvangen op 20 april 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 14 mei 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 14 mei 2012 is verzonden aan klaagster.

1.3 Klaagster heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing van de voorzitter. Haar (ongedateerde) brief heeft klaagster blijkens het poststempel op 24 mei 2012 ter verzending per aangetekende post bij TPG aangeboden. De raad heeft deze brief op 29 mei 2012 ontvangen.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 september 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het (ongedateerde) verzetschrift van klaagster.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klaagster is op 29 november 2002 gescheiden.

2.2 Klaagster heeft bij dagvaarding van 21 december 2006 bij de rechtbank ’s-Gravenhage een gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt tegen haar ex-echtgenoot welke betrekking had op de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap. In deze procedure heeft de rechtbank ’s-Gravenhage op 17 oktober 2007 een eindvonnis gewezen.

2.3 Verweerder heeft klaagster als advocaat bijgestaan in de periode 30 augustus 2007 tot en met 7 december 2007. In de periode daarvoor en daarna had klaagster een andere advocaat.

2.4 Bij brief van 8 september 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) in de gerechtelijke procedure die aanhangig was bij de rechtbank ’s-Gravenhage niet tijdig stukken bij de rechtbank heeft ingediend;

b) heeft verzuimd uitstel aan te vragen in die procedure;

c) te hoge nota’s heeft verstuurd voor zijn werkzaamheden.

3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klaagster zo lang met de indiening van haar klacht heeft gewacht omdat klaagster erop vertrouwde dat haar advocaten namens haar een klacht hadden ingediend tegen verweerder. Dat deze advocaten hun toezegging aan haar niet zijn nagekomen, behoort volgens klaagster niet voor haar risico te komen.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft verweer gevoerd tegen de klachten. Op de inhoud daarvan wordt voor zover relevant hierna ingegaan.

5 BEOORDELING

5.1 Verweerder heeft onder meer aangevoerd dat klaagster te laat is met haar verzet. Haar verzetschrift is ontvangen na de termijn voor indiening.

5.2 De raad stelt vast dat de termijn voor indiening op 28 mei 2012 verstreek en dat het verzetschrift van klaagster, welk verzetschrift op 29 mei bij de griffie is ontvangen, derhalve te laat is ontvangen. Uit het poststempel van de per aangetekende post verzonden brief blijkt evenwel dat klaagster haar verzetschrift op 24 mei 2012 ter verzending bij TPG heeft aangeboden. Nu klaagster haar verzetschrift enkele dagen voor het verstrijken van de termijn ter verzending per post heeft aangeboden en op een tijdstip waarop redelijkerwijze op een tijdige bezorging bij de griffie van de raad mocht worden gerekend, acht de raad de termijnoverschrijding verschoonbaar.

5.3 Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting verenigt de raad zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter in de bestreden beslissing heeft vermeld. De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klachtonderdelen en maakt die tot de zijne.

Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

Het verzet is ongegrond.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. H. Dulack, A. Gerritsen-Bosselaar, H.J.P. Robers en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 oktober 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 15 oktober 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.