Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-11-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2328

Zaaknummer

B 110 - 2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Tuchtrechtelijk verwijtbaar om een cliënt pas na het verstrijken van de beroepstermijn te informeren over het feit dat geen hoger beroep is ingesteld omdat de advocaat dit kansloos achtte.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

B 110 - 2011

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

de heer X,

wonende te Y,

verder : klager,

 

tegen

 

mr. S,

advocaat,

kantoorhoudende te Z,

verder : verweerder.

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 16 mei 2011 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de door klager op 1 december 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 10 oktober 2011.

Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1       Bij vonnis dd. 9 november 2010 heeft de rechtbank het verzoek van klager tot het toepassen van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Klager heeft zich op

           11 november 2010 in verband met een tegen deze uitspraak in te stellen appel gewend tot verweerder. De beroepstermijn bedroeg acht dagen.

 

2.2.      Verweerder heeft klager bij brief dd. 19 november 2010 onder meer het volgende geschreven:

 

“Er is geen hoger beroep ingesteld. Ik acht de stukken onvoldoende kans bieden op succes. Ik sluit mijn dossier. Ik houd voor u de door u aan mij ter hand gestelde stukken beschikbaar. “

 

 

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt als volgt:

Verweerder heeft geen gevolg geven aan klagers verzoek om binnen de gestelde beroepstermijn hoger beroep in te stellen tegen de beschikking van de rechtbank Breda tot afwijzing van een schuldsaneringsregeling. Daarenboven heeft verweerder niet binnen de beroepstermijn klager omtrent zijn beoordeling van de haalbaarheid van het hoger beroep geïnformeerd zodat de gelegenheid een andere advocaat in te schakelen verloren is gegaan.

 

3.2       Ter toelichting van de klacht is door klager het navolgende aangevoerd:

Een advocaat dient de belangen van degene die zich tot hem wendt zo goed mogelijk te behartigen. Verweerder had klager tijdig moeten berichten dat hij niet bereid was om hoger beroep in te stellen; dan had klager zich nog tot een andere advocaat kunnen wenden. Verweerder is er op grond van zijn eigen overtuiging klaarblijkelijk vanuit gegaan dat geen enkele advocaat bereid zou zijn om namens klager appel in te stellen.

 

4. Het verweer

 

4.1       Verweerder heeft met klager niet de afspraak gemaakt dat hij hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank zou instellen. Verweerder zou slechts de mogelijkheden voor appel zou onderzoeken. Verweerder had klager bovendien gewezen op de korte appeltermijn. Het ging er om of het instellen van appel enige kans van slagen zou kunnen hebben, niet of er een advocaat te vinden zou zijn die bereid was appel in te stellen. In dit geval was het instellen van appel kansloos. Klager was hiervan op de hoogte. Hij wist heel goed dat verweerder in geval van kansloosheid geen appel zou instellen.

 

4.2.      Het behartigen van belangen houdt ook in dat een advocaat geen kansloze zaken in hoger beroep dient aan te brengen. Klager heeft bovendien nagelaten binnen de appeltermijn te informeren of appel zou worden ingesteld. De afspraak was dat verweerder en niet klager zou beoordelen of er in appel gegaan moest worden.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1       Vast staat dat klager zich binnen de beroepstermijn van 8 dagen met een afwijzend vonnis van de rechtbank tot verweerder heeft gewend. Wat tijdens dit gesprek is afgesproken is niet komen vast te staan. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij, ter voorkoming van misverstanden, onzekerheid of geschil, belangrijke informatie en afspraken, waaronder het instellen van hoger beroep, schriftelijk aan zijn client bevestigd. Nalaten hiervan komt voor risico van de advocaat.

 

5.2.      Nu niet is vast komen te staan dat verweerder de opdracht had alleen appel in te stellen, indien hij hiertoe mogelijkheden zag, had het op de weg van verweerder gelegen om klager binnen de beroepstermijn te berichten dat hij geen mogelijkheden zag om met succes hoger beroep in te stellen. Nu verweerder klager pas na het verstrijken van de beroepstermijn heeft geinformeerd, dat hij geen appel heeft ingesteld, omdat hij dit kansloos achtte, heeft verweerder niet gehandeld zoals van hem verwacht had mogen worden. Klager is aldus, zonder overleg of berichtgeving, de mogelijkheid ontnomen om alsnog tijdig hoger beroep in te stellen.

 

5.3.      De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande gegrond verklaren en acht de maatregel enkele waarschuwing passend en geboden.

 

 

 

6. Beslissing

 

 

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake de maatregel van enkele waarschuwing op.

 

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.A.M. van Hoef, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken, leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2011.

 

 

griffier                                                   voorzitter

 

 

Verzonden op: 29 november 2011

 

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.