Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-03-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1615

Zaaknummer

M 121-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Ook indien de advocaat slechts optreedt als advocaat van een van beide partijen tracht hij, waar mogelijk, te komen tot een minnelijke regeling. Hij dient zijn positie echter vanaf het begin duidelijk te maken aan de wederpartij van zijn cliënt en hij dient deze voor te houden dat deze zich voor de behartiging van zijn belangen tot een eigen advocaat dient te wenden. De informatie betreffende diens positie behoort door de advocaat, ter voorkoming van misverstanden, schriftelijk aan de wederpartij van zijn cliënt te worden vastgelegd.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

M 121 - 2010

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

X

verder te noemen: klager

 

gemachtigde:    

Y

 

tegen

 

Z

verder te noemen: verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 17 juni 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 14 december 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 17 januari 2011.

Ter zitting is verweerder verschenen. Klager en de gemachtigde van klager zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1       Verweerder heeft een aantal gesprekken gevoerd met klager en met diens echtgenote betreffende het opstellen van een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding. De gesprekken hebben geleid tot een inhoudelijk voorstel tot een minnelijke regeling door verweerder, waarmee klager zich niet kon verenigen. Partijen zijn er niet in geslaagd om tot een gezamenlijke regeling in der minne te komen, waarna verweerder de belangen van de echtgenote van klager in de echtscheidingsprocedure tegen klager heeft behartigd.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt als volgt:

Verweerder heeft met de toenmalige echtgenote van klager en voorts met klager een

aantal gesprekken gevoerd in het kader van een echtscheiding en heeft, toen partijen er gezamenlijk niet uit kwamen, zich niet teruggetrokken, maar is de belangen van de echtgenote van klager blijven behartigen.

 

3.2       Ter toelichting van de klacht is door klager het navolgende aangevoerd:

Verweerder heeft nimmer aangegeven slechts de belangen van de echtgenote van klager te behartigen en enkel te onderzoeken of een regeling in der minne mogelijk was. Verweerder is aanvankelijk ook als raadsman van klager opgetreden. Verweerder heeft meermaals desgevraagd aangegeven ook de belangen van klager te behartigen.

 

4. Het verweer

 

Verweerder heeft in het verlengde van gedragsregel 3 op verzoek van zijn cliënte onderzocht of een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek tot de mogelijkheden behoorde. Er is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen, omdat verweerder niet is opgetreden als raadsman van klager. Op het moment dat er een tegenstrijdig belang kon ontstaan heeft verweerder aan klager bericht dat verweerder zijn pogingen om tot een minnelijke regeling te komen onverwijld staakte. Verweerder heeft enkel met zijn cliënte een behandelovereenkomst gesloten. Klager is nooit cliënt van verweerder geweest. Verweerder heeft klager nimmer bericht dat hij zich zou terugtrekken uit de zaak. Verweerder heeft ook nimmer ongeclausuleerd tegen klager gezegd dat hij diens belangen behartigde. Hij heeft klager bericht dat, indien partijen tot een regeling in der minne zouden komen, verweerder namens beide partijen een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding zou indienen. Een door verweerder namens zijn cliënte gedaan voorstel om de helft van de waarde van klagers zaak weg te strepen tegen de overwaarde van de echtelijke woning werd door klager onmiddellijk van de hand gewezen. Door klager is geen vertrouwelijke informatie met verweerder gewisseld. Kosten en cijfers komen ook in een contradictoire echtscheiding naar boven.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1       Het staat een advocaat niet vrij om tegenstrijdige belangen te behartigen en hij dient ook overigens uiterst voorzichtig te zijn dat zich belangenconflicten kunnen voordoen. De advocaat dient ook de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

 

5.2.            Van een advocaat mag worden verwacht dat hij vanaf het begin van de behandeling

van een zaak aan partijen duidelijk maakt voor wie hij optreedt en wiens belangen hij behartigt. Het is een advocaat toegestaan in een echtscheidingszaak voor beide partijen op te treden. In een dergelijk geval dient de advocaat zich uit de procedure terug te trekken, zodra een tegenstrijdig belang tussen partijen ontstaat.

 

5.3.      Ook indien de advocaat slechts optreedt als advocaat van een van beide partijen tracht hij, waar mogelijk, te komen tot een minnelijke regeling. Hij dient zijn positie echter vanaf het begin duidelijk te maken aan de wederpartij van zijn cliënt en hij dient deze voor te houden dat deze zich voor de behartiging van zijn belangen tot een eigen advocaat dient te wenden. De informatie betreffende diens positie behoort door de advocaat, ter voorkoming van misverstanden, schriftelijk aan de wederpartij van zijn cliënt te worden vastgelegd.

 

5.4.      Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat verweerder tijdens het eerste gesprek aan klager duidelijk heeft gemaakt dat hij enkel optrad als raadsman van de echtgenote van klager. Evenmin is gebleken dat verweerder voorafgaand aan, dan wel na afloop van, deze bespreking diens positie schriftelijk aan klager heeft duidelijk gemaakt. Verweerder heeft door diverse gesprekken te voeren met zowel de echtgenote van klager als met klager over een regeling in der minne en een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding, zonder diens positie duidelijk uiteen te zetten, bij klager de schijn gewekt voor beide partijen op te treden, wat voor risico van verweerder komt en waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. De raad acht de klacht gegrond en het opleggen van de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

 

6. Beslissing

 

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake de maatregel van enkele waarschuwing op.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. M.B.Ph. Geeraedts, H.C.M. Schaeken, L.J.G. de Haas en A. Groenewoud leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2011.

 

 

Griffier                                                  Voorzitter

 

 

Verzonden op: 22 maart 2011.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.