Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

31-01-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1336

Zaaknummer

M93-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat niet vrij om zonder overleg met de advocaat van de wederpartij confraternele correspondentie in het geding te brengen. Tijdsdruk is geen reden om van het gestelde in gedragsregel 12 af te wijken.

Inhoudsindicatie

Gegrond. Waarschuwing.

Uitspraak

 

M93-2010

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van:

 

de heer mr. X

klager,

 

tegen

 

de heer mr. Y

verweerder,

 

 

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

1.         Verloop van de klachtprocedure.

 

Bij schrijven van 10 mei 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2010, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 5 oktober 2010, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 15 november 2010.

 

Bij de mondelinge behandeling zijn klager en verweerder verschenen.

 

2.         De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Klager heeft namens zijn cliënte een kort geding aanhangig gemaakt tegen de cliënt van verweerder, dat heeft gediend ter zitting van de voorzieningenrechter te Maastricht op 28 oktober 2009. Verweerder heeft bij zijn pleitnota confraternele correspondentie gevoegd. Bij brief d.d. 26 oktober 2009 heeft verweerder die pleitnota met producties op voorhand toegestuurd aan klager. Klager ontving daags voor het kort geding deze stukken. Bij faxbericht d.d. 27 oktober 2009 heeft klager verweerder erop gewezen dat dit niet was toegestaan en hem gesommeerd om de producties terug te trekken. Verweerder heeft aan die sommatie geen gevolg gegegeven en toch een beroep gedaan op de confraternele correspondentie. 

 

 

3.         De klacht

 

3.1       De klacht houdt het volgende in:

Verweerder heeft in een procedure confraternele correspondentie overgelegd, zonder overleg met en toestemming van klager.

 

4.         Het verweer

 

4.1       Het standpunt van verweerder houdt in:       

Verweerder heeft confraternele brieven in het geding gebracht omdat deze bewijzen bevatten van de stellingen van zijn cliënt. Tot kort voor de zitting was klager akkoord met het overleggen van de correspondentie. Vlak voor de zitting wilde klager echter plotseling dat verweerder de brieven zou intrekken. Toen was er geen tijd meer voor overleg met de deken. Klager heeft voor de zitting zelf stukken van gelijke strekking en inhoud als de door verweerder overgelegde correspondentie overgelegd.

 

5.         Beoordeling van de klacht

           

5.1       Gedragsregel 12 bepaalt dat op brieven en andere mededelingen van de ene advocaat aan de andere in rechte geen beroep mag worden gedaan, tenzij het belang van de cliënt dit bepaaldelijk vordert, maar dan niet zonder voorafgaand overleg met de advocaat van de wederpartij. Indien dito verleg niet tot een oplossing leidt, dient het advies van de deken te worden ingewonnen voordat in rechte een beroep als vorenbedoeld wordt gedaan.

 

5.2       Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder de pleitnota en bijlagen op voorhand aan klager heeft toegestuurd, maar een dergelijke toezending zonder einige toelichting kan naar het oordeel van de raad niet worden gekwalificeerd als een voorafgaand overleg met de advocaat van de wederpartij als bedoeld in gedragsregel 12. De raad is dan ook van oordeel dat klager terecht heeft geprotesteerd tegen het overleggen van deze stukken en van verweerder heeft verlangd dat deze de stukken zou terugtrekken.

 

5.3       Verweerder heeft gesteld dat hij onvoldoende tijd zou hebben gehad om met verweerder en/of de deken te overleggen. Tijdsdruk is echter geen reden om van de onder 5.1 besproken door de gedragsregels voorgeschreven gedragslijn af te wijken. Verweerder heeft voorts gesteld dat klager ook zelf confraternele correspondentie in het geding heeft gebracht. Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is dit evenwel niet komen vast te staan. Hetzelfde geldt naar het oordeel van de raad voor de stelling van verweerder dat hij reeds op 21 juli 2009 aan klager zou hebben aangegeven dat hij confraternele correspondentie in het geding wilde brengen, waarmee klager zou hebben ingestemd.

 

5.4       De raad komt tot de slotsom dat verweerder, zowel door de bedoelde correspondentie in het geding te brengen als door de weigering om de stukken terug te nemen, niet heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. De raad verklaart de klacht dan ook gegrond. De raad acht een enkele waarschuwing een passende maatregel. 

 

 

 

6.         Beslissing

 

De raad verklaart de gegrond en legt ter zake aan verweerder op een enkele waarschuwing.

 

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. P.J.W.M. Theunissen, M.B.Ph. Geeraedts, R.G.A.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d.

 

 

 

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                             mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans,

griffier.                                                                                                voorzitter.

 

 

Verzonden op: 1 februari 2011.

 

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.     Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.     Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.