Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-09-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2033

Zaaknummer

M 8 - 2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Feitelijk kan niet worden vastgesteld dat onjuiste informatie aan de rechtbank is voorgelegd dan wel dat feiten zijn verzwegen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

 

M 8 – 2011

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

X,

 

klaagster

 

 

tegen

 

Y,

 

verweerders

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 10 januari 2011, ingekomen op 11 januari 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klaagster op 3 augustus 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 4 juli 2011.

Ter zitting zijn klaagster en verweerders verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

           

Klaagster heeft in een procedure tegen de gemeente Maastricht onder meer gevorderd dat een langdurige samenwerkingsovereenkomst met een concurrente van klaagster tussentijds zou worden beëindigd. Verweerders traden in die procedure op als advocaat van de wederpartij van klaagster. In die procedure hebben verweerders bij conclusie van dupliek gesteld dat het doorklaagster gevorderde gebod tot beëindiging is gericht tegen een overeenkomst die naar haar aard onopzegbaar is en in artikel 6 van die intentieovereenkomst zonder enige “exitregeling” is bepaald dat deze voor bepaalde tijd is.

 

Bij vonnis van 8 oktober 2008 heeft de Rechtbank Maastricht bepaald dat niet is komen vast te staan dat de gemeente de bevoegdheid heeft om de overeenkomst tussentijds te beëindigen, de vordering van klaagster afgewezen en klaagster veroordeeld in de kosten van de procedure.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt - zakelijk weergegeven - als volgt:

 

Verweerders hebben in hun conclusie van dupliek in de procedure van klaagster tegen de gemeente Maastricht de rechtbank verkeerd geïnformeerd.

 

4. Het verweer

 

4.1       Het standpunt van verweerders houdt - zakelijk weergegeven - in:

 

Verweerders betwisten dat zij de rechtbank verkeerd hebben geïnformeerd nu het gestelde in de conclusie van dupliek uitsluitend betrekking heeft op de door eiseres aan haar vordering ten grondslag gelegde intentieovereenkomst.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1       Verweerders zijn advocaat van de wederpartij van klaagster. Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Dit houdt onder meer in dat een advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen. De klacht zal aan de aan de hand van dit criterium worden beoordeeld.

 

5.2       Uit de uitspraak van de rechtbank Maastricht d.d. 8 oktober 2008 onder 2.1 alsmede het verhandelde ter zitting blijkt dat klaagster aan haar vordering enkel de door de gemeente Maastricht gesloten intentieovereenkomst d.d. 27 november 2002 ten grondslag heeft gelegd. Voorts blijkt uit de conclusie van dupliek dat verweerders hebben gereageerd op deze door klaagster zelf bij dagvaarding gekozen rechtsgrond. Derhalve kan niet feitelijk worden vastgesteld dat verweerders onjuiste informatie aan de rechtbank hebben voorgelegd dan wel feiten hebben verzwegen.

 

5.3       Voor zover gemachtigden van klaagster ter zitting nog bedoeld hebben te betogen dat aan haar vordering eveneens een in artikel 25 van de intentieovereenkomst besloten opzegmogelijkheid ten grondslag lag en verweerders ook om die reden onjuiste informatie hebben verstrekt, overweegt de raad het volgende. Nog daargelaten dat dit standpunt ziet op een geschil over de juridische interpretatie van een wettelijke bepaling, dat niet te zijner beoordeling staat, wordt dit betoog weerlegd in de uitspraak van de rechtbank Maastricht onder 3.3. 4. Daarin overweegt de rechtbank immers ten overvloede dat klaagster zich niet op deze bepaling heeft beroepen zodat dit standpunt van klaagster niet vast staat.

 

5.4       De raad is op grond van het vorenstaande van oordeel dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerders.

 

6. Beslissing

 

            De raad verklaart de klacht ongegrond.

 

 

 

Aldus gegeven door  mr. P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen, H.C.M. Schaeken, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, plaatsvervangend griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2011.

 

 

 

 

___________________                                                                      ___________________

mr. A.M.T.A. Verhagen                                                                       mr. P.M. Knaapen

plaatsvervangend griffier                                                                        voorzitter

 

 

Verzonden op: 20 september 2011

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.