Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-03-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1623

Zaaknummer

M 129-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Grondslag van de klacht is feitelijk niet komen vast te staan, nu de standpunten van partijen ten aanzien van het bestaan van een nadere afspraak over de verdeling van de toevoegingsgelden tegenover elkaar staan.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

klacht ongegrond

Uitspraak

M 129 – 2010

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

A

verder te noemen: klager

 

tegen

 

B

verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 24 juni 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 4 maart 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

-           brief dd. 23 december 2010 van klager

 

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 17 januari 2011.

Ter zitting is verweerder verschenen. Klager had de raad bij brief dd. 23 december 2010, door de raad ontvangen op 28 december 2010, bericht niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn.

 

2. De feiten

 

2.1              Verweerder heeft klager bij brief dd. 5 januari 2008 –klaarblijkelijk werd bedoeld

2009- bericht dat de heer X zich tot hem had gewend met het verzoek om hem in zijn strafzaak verder als raadsman bij te staan.

 

2.2.      Klager heeft bij brief dd. 7 januari 2009 het dossier aan verweerder toegestuurd. Klager bevestigde voorts de telefonisch gemaakte afspraak met verweerder inzake de verdeling van de toevoegingsgelden. Bij brief dd. 16 januari 2009 heeft klager het proces-verbaal van de raadkamerzitting dd 31 december 2008 aan verweerder toegezonden, met het verzoek de overname van de zaak zo spoedig mogelijk aan de rechtbank en het parket te melden. Bij brief dd. 14 juli 2009 heeft klager gevraagd of de vaststelling van de vergoeding had plaatsgevonden. Bij brief dd. 16 juli 2009 heeft verweerder klager bericht, dat kort daarvoor vonnis was gewezen. Hij stelde binnen afzienbare tijd tot declaratie van de toevoeging te zullen overgaan. Verweerder verzocht klager om een urenspecificatie om tot een verrekeningsvoorstel te kunnen komen., waarna klager bij brief dd. 17 juli 2009 verwees naar de in zijn brief dd. 7 januari 2009 vastgelegde afspraak. Verweerder heeft klager bij brief dd. 3 augustus 2009 bericht dat er nimmer afspraken zijn gemaakt, zoals door klager aangegeven. Hij stelde reeds in zijn brief dd. 5 januari 2009 om een urenspecificatie te hebben verzocht, wat ook gebruikelijk is bij overnames van een toevoeging. Klager heeft bij brief dd. 1 december 2009 gesteld dat de tussen partijen gemaakte afspraken prevaleren boven eventuele andere mogelijk van toepassing zijnde regelingen en gebruiken. Verweerder betwist zulks.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt als volgt:

Verweerder is een tussen hem en klager gemaakte afspraak over de verdeling van toevoegingsgelden in een strafzaak niet nagekomen en blijft hardnekkig weigeren om te komen tot een behoorlijke verdeling van de door hem geruime tijd geleden ontvangen toevoegingsgelden.

 

4. Het verweer

 

4.1       Verweerder heeft klager bij brief dd. 5 januari 2009 bericht dat zijn cliënt wenste dat hij hem verder bijstond in de strafzaak en hem verzocht het dossier aan hem toe te sturen. Verweerder heeft in deze brief aangegeven dat klager hem een urenspecificatie diende toe te sturen, zodat verweerder hem na afloop van de zaak een verrekeningsvoorstel kon doen toekomen. Klager heeft verweerder hierna inderdaad gebeld. In dit gesprek is nimmer besproken dat klager aanspraak maakte op de opvolgingstoeslag van 2 punten en de raadkamertoeslag van 3 punten. Verweerder zou hiermee, als dit ter sprake zou zijn gebracht, nooit akkoord gegaan zijn.

 

4.2.      Het is, mogelijk in verband met drukke werkzaamheden, aan de aandacht van verweerder ontsnapt dat klager in zijn brief de door hem vermeende afspraak heeft beschreven. Daarom heeft verweerder daarop niet gereageerd. Deze hoogst ongebruikelijk afspraak is echter nimmer tot stand gekomen. In geval van overname wordt altijd naar rato verrekend.

 

4.3.      Dat er geen behoorlijke verdeling van de toevoegingsgelden tot stand is gekomen, komt niet door een hardnekkige weigering daartoe van verweerder, maar heeft te maken met de onenigheid over de gemaakte afspraken. Verweerder heeft pas medio december 2009 de urenspecificatie van klager ontvangen. Deze roept bovendien vraagtekens op.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1       Op grond van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verhandeld kan de raad niet vaststellen of tussen partijen een civielrechtelijke overeenkomst ten aanzien van de verdeling van toevoegingsgelden is gesloten. Verweerder heeft zich steeds op het standpunt gesteld wel te willen verrekenen, maar niet op basis van een naar zijn mening nooit gemaakte afspraak. Nu de standpunten van klager en verweerder ten aanzien van het bestaan van een nadere afspraak over de verdeling van de toevoegingsgelden tegenover elkaar staan, is de feitelijke grondslag van de klacht niet komen vast te staan.

De klacht zal daarom als ongegrond moeten worden afgewezen.

 

6. Beslissing

 

De raad wijst de klacht als ongegrond af.

 

Aldus gegeven door   mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. M.B.Ph. Geeraedts, H.C.M. Schaeken, L.J.G. de Haas en A. Groenewoud leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal , griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2011.

 

 

Griffier                                                  Voorzitter

 

 

Verzonden op: 22 maart 2011.

 

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.