Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-11-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2234

Zaaknummer

M 140 - 2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

. Door niet, althans pas na diverse herinneringen, te reageren op verzoeken van de deken om informatie en tot overdracht van de verzochte stukkenwordt de deken in diens taakuitoefening belemmerd, wat een advocaat tuchtrechtelijk ernstig valt aan te rekenen.

Inhoudsindicatie

Bezwaar gegrond.

Inhoudsindicatie

Maatregel: schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken.

Uitspraak

 

M 140 – 2011

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

het bezwaar van

 

De Deken der Orde van Advocaten

in het arrondissement Maastricht

 

verder te noemen: de Deken

 

tegen

 

de heer mr X, advocaat

 

 

verder te noemen: verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1              Bij brief van 4 juli 2011 heeft de deken een bezwaar ex artikel 46f Advocatenwet

tegen verweerder ter kennis gebracht van de raad van discipline. Bij deze brief zijn de in de inventarislijst genoemde stukken gevoegd.

 

1.2       Het bezwaar is behandeld ter openbare zitting van de raad van 26 september 2011.

 

            De Deken is ter zitting verschenen. Verweerder is niet verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

 

1.      De advocaat mr.G heeft bij brief van 7 oktober 2010 namens zijn cliënt bij de Deken de klacht ingediend dat verweerder niet reageert op vragen inzake een aansprakelijkheidstelling en hem verzocht om verweerder tot een reactie te bewegen. Bij brief van 12 oktober 2010 heeft de Deken verweerder een afschrift van die brief toegezonden en verzocht daarop te reageren. Bij brief van 5 november 2010 heeft de Deken dit verzoek herhaald omdat hij van verweerder nog geen reactie had ontvangen. Bij brief van 11 november 2010 heeft verweerder de Deken laten weten dat hij zijn verzekeraar zou vragen om namens hem op de betreffende claim te reageren. Bij brief van 27 mei 2011 heeft mr. G. aan de Deken verzocht om verweerder aan te sporen tot toezending van het dossier aangezien deze niet reageerde op zijn verzoek daartoe. Bij brief van 1 juni 2011 heeft de Deken verweerder verzocht per ommegaande aan het verzoek van mr. G te voldoen, dan wel aan hem te berichten wat hem ervan weerhoudt het dossier over te dragen. Bij brief van 20 juni 2011 heeft de Deken verweerder verzocht hem te bevestigen dat het dossier is overgedragen. Verweerder heeft niet op deze brieven gereageerd.

 

2.      Bij brief van 22 december 2010 heeft de advocaat mr. P namens zijn cliënt een klacht ingediend bij de deken omdat verweerder niet reageerde op zijn meerdere schriftelijke verzoeken en verzocht om te bewerkstelligen dat verweerder zou overgaan tot betaling aan zijn cliënt en toezending van het verzochte dossier.

Op een terugbelverzoek van de Deken d.d. 23 december 2010 heeft verweerder niet gereageerd. Bij brief van 5 januari 2011 heeft de Deken verweerder verzocht per ommegaande te reageren op de klacht van mr. P. Verweerder heeft eerst bij brief van 7 februari 2011 op deze brief gereageerd en daarbij toegezegd dat hij de verzochte stukken zou toesturen. Pas na rappel op 19 februari 2011 heeft verweerder het verzochte dossier toegezonden. Bij brief van 13 april 2011 heeft mr. P. de Deken laten weten dat uit het dossier niet blijkt dat de wederpartij aansprakelijk is gesteld en evenmin dat de verjaring is gestuit. Bij brief van 18 april 2011 verzocht de Deken verweerder hierop te reageren. Pas na herhaaldelijke aanmaningen van respectievelijk 6, 26 mei 2011 en 22 juni 2011 heeft verweerder bij brief van 27 juni 2011 gereageerd.

 

 

3. Het bezwaar van de deken

 

3.1       Het bezwaar luidt als volgt:

 

1.      Verweerder reageert herhaaldelijk niet of onvoldoende op vragen van mr. G. en op vragen en brieven van de Deken inzake een oud cliënt van verweerder die stelt

€ 100.000,= schade te hebben geleden door toedoen van verweerder. De klachten van deze oud cliënt zijn al in de klachtzaken met nummers M110-2005 en M116-2009 door de raad beoordeeld en gegrond verklaard.

 

2.      Verweerder reageert evenmin op vragen van mr. P. en de Deken. Gebleken is dat hij de wederpartij niet aansprakelijk gesteld heeft waardoor de vordering is verjaard. De advocaat mr. P acht gedragsregels 11, 17 en 22 geschonden.

 

3.1       Ter toelichting van het bezwaar heeft de Deken ter zitting medegedeeld dat verweerder uiteindelijk nog wel een reactie heeft gegeven  in de zaak waar klachtonderdeel 2 op ziet, maar op geen enkele wijze heeft gereageerd op de aansprakelijkheidstelling zoals hem werd verzocht.

 

4. Het verweer

 

4.1       Verweerder heeft de bezwaren van de Deken niet betwist.

5. Beoordeling van het bezwaar

 

5.1       In de Advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmee aan de Deken ondermeer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordening zijn opgelegd. Bovendien heeft de wetgever in het tuchtrecht belangrijke taken voor de Deken weggelegd. Zo heeft deze de taak om een onderzoek in te stellen na elke bij hem ingediende klacht en te trachten in der minne een schikking te bereiken. Hierdoor is het voor de deken van belang om alle feiten en omstandigheden te kennen. De advocaat tegen wie een klacht is ingediend is daarom in het algemeen verplicht de nodige inlichtingen aan de Deken te verstrekken. In dit kader heeft de Deken verweerder in beide zaken diverse keren om informatie verzocht. Uit het dossier blijkt dat verweerder daarop niet, althans pas na diverse herinneringen van de Deken heeft gereageerd en niet overgaat tot overdracht van de verzochte stukken. Derhalve heeft verweerder de Deken in diens taakuitoefening belemmerd. Aldus handelde verweerder niet als een behoorlijk advocaat betaamt, zodat het bezwaar op beide onderdelen gegrond is.

 

            De raad stelt vast voorts vast dat verweerder in de zaak waarop klachtonderdeel 1 ziet, reeds tuchtrechtelijk is veroordeeld [zaaknummer M116-2009] in verband met het te laat indienen van een claim.

 

Gelet op het bovenstaande acht de raad de hierna op te leggen maatregel een adequate sanctie.

 

6. Beslissing

 

            De raad verklaart het bezwaar van de deken gegrond.

 

7. Maatregel

De Raad legt op:

de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 2 weken.

 

De raad bepaalt dat de opgelegde schorsing ingaat op de veertiende dag nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, en tevens dat de schorsing niet loopt gedurende de tijd dat verweerder niet op het tableau staat ingeschreven of  uit anderen hoofde is geschorst.

 

 

 

Aldus gegeven door  mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, L.R.G.M. Spronken, L.J.G. de Haas, Th. Kremers, leden,  in aanwezigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, plaatsvervangend griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2011.

 

 

 

Griffier                                                  voorzitter

 

 

Verzonden op: 25 november 2011

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.