Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-07-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1820

Zaaknummer

R. 3557/10.187

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Indien een advocaat meent dat er geen of onvoldoende basis bestaat om een cliënt verder bij te staan, omdat het vertrouwen aan de relatie is komen te ontbreken, staat het de advocaat vrij zich uit de zaak terug te trekken, mits dit zorgvuldig geschiedt. Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 8 juli 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het dossier is op 12 november 2010 ontvangen door de Raad.

1.2 Bij beslissing van 25 november heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. De beslissing is aan partijen verzonden op 1 december 2010.

1.3 Bij brief gedateerd 13 december 2010, ter griffie ingekomen op 14 december 2010, heeft klaagster verzet aangetekend tegen voormelde beslissing. Op 8 maart 2011 is door de Raad nog een brief van klaagster ontvangen, gedateerd 2 maart 2011.

1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.5 Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 30 mei 2011. Ter zitting zijn klaagster, vergezeld van de heer H., en verweerster, vergezeld van mr. K., verschenen.

 

 

2. DE KLACHT EN HET VERZET

2.1 Klaagster verwijt verweerster dat zij:

a. niet heeft onderkend dat de visie van de advocaat van de wederpartij op de zaak niet juist is;

b. zich als advocaat heeft teruggetrokken ten gevolge van de omstandigheid dat verweerster bij gebrek aan een grondige bestudering van de stukken niet heeft onderkend dat de stellingen van de wederpartij onjuist zijn;

c. door zich uit de zaak terug te trekken veel problemen voor klaagster heeft veroorzaakt ten gevolge waarvan klaagster schade heeft geleden voor een bedrag van EURO 12.000,-;

d. klaagster een declaratie heeft gezonden zonder enig resultaat voor klaagster te bereiken.

De gronden van het verzet

Klaagster heeft geen gronden voor het verzet aangevoerd.

 

 

3. VERWEER

3.1 Verweerster heeft tot haar verweer -zakelijk weergegeven- aangevoerd dat haar naar aanleiding van de reactie van de advocaat van de wederpartij is gebleken dat de door deze advocaat aan haar toegezonden overeenkomsten afweken van de overeenkomst die haar eerder door klaagster was overhandigd. Klaagster heeft desgevraagd aan verweerster medegedeeld dat de overeenkomst die haar eerder was overhandigd inderdaad niet de juiste was, dat dat contract ook niet door haar ondertekend was en dat de overeenkomst die verweerster van de wederpartij had ontvangen wel de juiste geldige overeenkomst was. Naar aanleiding van deze tegenstrijdigheden in de verklaringen van klaagster heeft verweerster zich vervolgens teruggetrokken en daarvan aan klaagster mededeling gedaan. Van de bestede tijd is vervolgens circa tweederde gedeelte in rekening gebracht.

 

 

4. BEOORDELING VAN HET VERZET

4.1 De Raad onderschrijft gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter van 25 november 2010.

4.2 Door klaagster zijn in het verzet geen gronden aangevoerd, anders dan een uitwerking en een herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de plaatsvervangend voorzitter op 25 november 2010 heeft gegeven.

 

 

5. BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, voorzitter, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. J.A. van Keulen en mr. P.O.M. van Boven-de Groot, leden, en mr. M.M.C. van der Sanden, griffier,en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juli 2011.

griffier voorzitter