Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-07-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1862

Zaaknummer

10-137A

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. Klacht over kwaliteit dienstverlening en het niet aanvragen van een toevoeging. Verzet is ongegrond. Tussen klager en verweerster is geen overeenkomst tot het verlenen van rechtsbijstand tot stand gekomen.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 27 juli 2011

in de zaak 10-137A

 __________________________________________________________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad op de klacht van:

De heer

klager

tegen:

Mevrouw mr.

verweerster

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 20 april 2010, door de raad ontvangen op 22 april 2010, heeft de deken van de orde van advocaten van arrondissement Amsterdam de klacht tegen verweerster ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 10 mei 2010, aan klager op diezelfde datum verzonden, heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.3 Bij brief van 15 mei 2010, ontvangen door de raad op 18 mei 2010, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 18 mei 2011 in afwezigheid van beide partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter waarvan verzet en van de stukken   waarop die beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-  het verzetschrift van klager van 18 mei 2010 met bijlagen en de nadien door klager   

          aan de raad gezonden stukken.

2. Klacht/verzet

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat:

a. verweerster geen toevoeging heeft aangevraagd;

b. verweerster haar medisch adviseur niet heeft ingeschakeld op het moment dat zij door klager werd benaderd voor juridisch medisch advies;

c. verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld en onjuist heeft geadviseerd.

2.2 Het verzet houdt in dat de (plaatsvervangend) voorzitter ten onrechte en op onjuiste gronden de klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard.

3. Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken van het volgende worden uitgegaan.

3.2 Klager heeft verweerster bij brief van 24 juni 2007 benaderd met het verzoek om naar de zaak van zijn dochter te kijken. Verweerster heeft vervolgens de toegezonden stukken kosteloos bestudeerd en klager op 2 juli 2007 schriftelijk bericht zijn vragen niet te kunnen beantwoorden, de zaak niet kansrijk te achten en hem op basis van de verkregen informatie niet in een  procedure te willen bijstaan. Verweerster heeft klager voorts geattendeerd op de drie maanden termijn die op 15 mei 2007 aanving. Klager heeft op deze brief gereageerd. Verweerster heeft daarop laten weten dat, als klager nader advies wenste, hij daarvoor een afspraak kon maken. Klager heeft geen afspraak gemaakt.

4. Beoordeling van het verzet

4.1 De inhoud van het verzetschrift heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd, die aanknoping voor verder onderzoek kunnen geven. Tussen klager en verweerster is geen overeenkomst tot het verlenen van rechtsbijstand tot stand gekomen. Verweerster heeft de door klager toegezonden stukken kosteloos bestudeerd, waarna zij de opdracht tot rechtsbijstandverlening niet heeft aangenomen. Het stond verweerster vrij om de opdracht tot verlening van rechtsbijstand aan klager niet aan te nemen.

4.2 Op basis van het voorgaande is de raad van oordeel dat het verzet  niet kan slagen en dat de (plaatsvervangend) voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond heeft bevonden.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, P.W.M. Huisman, M.W. Schüller, D.J.S. Voorhoeve, leden, bijgestaan door mr. A.C. Beijering-Beck als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 juli 2011.

 

voorzitter             griffier

Deze beslissing is in afschrift op 27 juli 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.