Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-09-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2111

Zaaknummer

R. 3794/11.196

Inhoudsindicatie

Voor zaken die zich hebben voorgedaan voordat  de advocaat in de kwestie werd betrokken kan hij niet verantwoordelijk worden gehouden.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Het verwijt van klagers dat de advocaat de zoon van zijn cliënt, werkzaam op het kantoor van de advocaat, als gesprekspartner bij de zaak heeft betrokken, treft geen doel.

Uitspraak

 

Verloop van de procedure

1 Bij brief van 29 december 2010 hebben klagers een klacht ingediend tegen verweerder. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek, verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht, is het dossier op 14 september 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

 

Inhoud van de klacht

2 Klagers verwijten verweerder dat er in afwijking van de bouw/aannemingsovereenkomst is gebouwd zonder klagers goedkeuring en dat hij opdracht heeft geven aan een constructiebureau (V.) om een berekening te maken in afwijking van de tekeningen en daarover te rapporteren.

Klagers verwijten verweerder voorts dat hij in een procedure heeft gelogen, dat er meineed en plagiaat is gepleegd, dat er gemanipuleerd is en dat er stukken in de procedure zijn achtergehouden. Klagers verwijten verweerder voorts dat hij de zoon van zijn cliënt tevens zijn kantoorgenoot bij de behandeling van de zaak heeft betrokken.

 

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- In of omstreeks 1993/1994 hebben klagers een koop/bouw- en aannemingsovereenkomst gesloten met de heer H. Klager trad daarbij op als aannemer en heeft de bouw van een woning op het door klager aan H. verkochte perceel bewerkstelligd.

- In 2003 heeft H. klager aansprakelijk gesteld vanwege het verzakken van zijn woning, waarna een geschil is ontstaan.

- In de procedure in eerste aanleg heeft de kantoorgenoot van verweerder H. bijgestaan.

- In de procedure in tweede aanleg heeft verweerder H. bijgestaan. H. werd tijdens de procedure vanwege zijn ziekte vertegenwoordigd door zijn echtgenote.

- Het geschil is geëindigd middels een schikking, waarbij klager aan H. een schadevergoeding heeft betaald.

- In 2004 is de zoon van H. als advocaat beëdigd en in dienst getreden als advocaat-stagiaire bij het kantoor van verweerder.

 

Beoordeling van de klacht

4.1 Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door de advocaat van de hem door de cliënt verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat de informatie onjuist is. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

4.2 Verweerder heeft onbetwist gesteld dat hij uitsluitend in hoger beroep in de procedure als advocaat is opgetreden en dat hij bij de procedure in eerste instantie niet betrokken is geweest. Voor zaken die zich hebben voorgedaan voordat hij als advocaat in de kwestie werd betrokken kan verweerder niet verantwoordelijk worden gehouden. Dit geldt ook voor het door klagers aangevoerde verwijt dat gebouwd is in afwijking van de bouw/aannemersovereenkomst, nu dat vele jaren voor de inschakeling van verweerder is geschied. Ook bij de opdracht aan het bureau V. is verweerder niet betrokken geweest, nu deze rapportage in de periode van de procedure in eerste aanleg is opgesteld.

4.3 Met betrekking tot het horen van getuigen in de procedure in hoger beroep kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld dat verweerder niet als een behoorlijk handelend advocaat is opgetreden. Vast staat dat de uitleg van de echtgenote van de cliënt van verweerder met betrekking tot het antwoord op de vraag wanneer zij het sonderingsrapport het eerst heeft gezien, door het gerechtshof is geaccepteerd. Ook de overige verwijten kunnen op basis van de stukken niet worden vastgesteld.

4.4 Het verwijt van klagers dat verweerder de zoon van zijn cliënt, werkzaam op het kantoor van verweerder, als gesprekspartner bij de zaak heeft betrokken, treft geen doel. Zulks valt eveneens binnen de beleidsvrijheid die verweerder als advocaat van de wederpartij heeft. Het kantoor van verweerder behandelde de zaak al voordat mr. H. als advocaat werd beëdigd. Voorts is niet gebleken dat mr. H. als advocaat bij de zaak betrokken is geweest.

4.5  Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

 

Beslissende

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 26 september 2011.

 

 

Voorzitter   

 

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.