Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-07-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0947

Zaaknummer

M3-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Ook indien een cliënt verzoekt om de dagvaarding in kort geding aan de wederpartij zelf te doen betekenen, ligt het op de weg van een advocaat de advocaat van de wederpartij te informeren over het tijdstip van de behandeling van het kort geding,. Het verweerder dat de advocaat per telefoon niet bereikbaar was treft geen doel, nu deze ook per post of per fax geïnformeerd had kunnen worden.

Inhoudsindicatie

klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

M 3 - 2010 

 

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

klager

 

tegen

 

verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 5 januari 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 27 juli 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 14 juni 2010.

Verweerder is ter zitting verschenen. Klager heeft de raad per fax dd. 14 juni 2010 bericht dat het voor hem vanwege fysieke beperkingen niet mogelijk was om ter zitting aanwezig te zijn. Klager heeft zijn klacht in voormelde fax vervolgens nader toegelicht.

 

2. De feiten

 

Klager staat zijn cliënte bij in de afhandeling van een nalatenschap. De wederpartij van de cliënte van klager werd en wordt hierin bijgestaan door mr. X. Tijdens en voorafgaand aan een kort geding medio 2009 in deze kwestie werd de wederpartij van de cliënte van klager door verweerder bijgestaan. Verweerder had bij brieven dd. 19 en 22 juni 2009 aangekondigd dat zijn cliënten zouden overgaan tot het aanvragen van een kort geding en aan klager verzocht zijn verhinderdata op te geven. Klager heeft op 24 juni 2009 per fax de verhinderdata doorgegeven. Klager berichtte verweerder dat hij de dagvaarding per telefax aan klager kon toezenden en dat betekening niet nodig was omdat zijn cliënte vrijwillig zou verschijnen. Op 25 juni 2009 heeft verweerder een aanvraag bij de rechtbank ingediend voor een dagbepaling voor een kort geding. Het kort geding werd bepaald op 30 juli 2009. Op 13 juli 2009 is de dagvaarding in kort geding aan de cliënte van klager betekend. De betekening vond plaats op het adres van de cliënte van klager. De voorzieningenrechter heeft een verzoek om verplaatsing van het kort geding van klager afgewezen. Het kort geding heeft plaatsgevonden op 30 juli 2009.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt als volgt:

Verweerder heeft klager en diens cliënte met opzet onwetend gelaten over de datum waarop een kort geding zou plaatsvinden om in het geniep een vonnis te krijgen en de cliënte van klager de mogelijkheid van verweer te ontnemen.

3.2       Ter toelichting van de klacht is door klager het navolgende aangevoerd:

Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk handelend advocaat betaamt doordat:

-                     hij klager niet op de hoogte heeft gesteld dat zijn cliënte daadwerkelijk zou worden gedagvaard;

-                     hij geen overleg heeft gevoerd met klager over het tijdstip van de zitting;

-                     hij geen concept-dagvaarding aan klager heeft toegezonden;

-                     hij niet heeft medegedeeld dat een kort geding bij de voorzieningenrechter was aangevraagd;

-                     hij klager er van niet in kennis heeft gesteld dat er door de voorzieningenrechter een tijdstip was bepaald;

-                     hij klager dat tijdstip niet heeft medegedeeld;

-                     hij de dagvaarding heeft doen betekenen en ook nog (alleen) op het adres van de cliënte van klager, terwijl zij zich bereid had verklaard vrijwillig te verschijnen en had aangegeven dat de concept-dagvaarding aan klager kon worden gestuurd, waarbij de dag van de betekening van de dagvaarding en de dag waartegen was gedagvaard beide vielen in een periode die klager als verhindering had opgegeven;

-                     hij klager niet gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding heeft toegezonden.

Verweerder heeft klager opzettelijk niet geïnformeerd over de datum van het kort geding en de dagvaarding pas na het vertrek van de cliënte van verweerder aan haar doen betekenen.

 

4. Het verweer

 

Het standpunt van verweerder houdt in:

 

4.1.      Verweerder heeft bij telefonisch contact met de griffie op 26 juni 2009 gewezen op de verhindering van klager op 30 juli 2009. De voorzieningenrechter heeft in verband met het groot aantal verhinderdata van klager het kort geding toch bepaald op 30 juli 2009. Verweerder is er hierna niet in geslaagd telefonisch contact te krijgen met klager. Verweerder heeft op 26 juni 2009 telefonisch contact met klager opgenomen om hem onder meer de datum van het kort geding mede te delen. Klager heeft verweerder niet te woord willen staan, ondanks diverse pogingen van verweerder daartoe.

 

4.2.      De cliënten van verweerder wensten dat de dagvaarding aan de cliënte van klager werd betekend, om elk misverstand te voorkomen. Cliënten wensten, gelet op negatieve ervaringen in het verleden, niet in te gaan op het verzoek van klager om de dagvaarding per fax aan het kantoor van klager te doen toekomen en niet te laten betekenen. De cliënten van verweerder wilden ieder misverstand uitsluiten.

 

4.3.      Verweerder betwist klager en de cliënte van klager opzettelijk onwetend te hebben gelaten over het kort geding, zodat hij aan de cliënte van klager de mogelijkheid van verweer opzettelijk heeft onthouden. Dat klager pas het weekend voorafgaand aan het kort geding kennis heeft kunnen nemen van de dagvaarding is ongeloofwaardig en wordt niet met feiten aangetoond.

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1. De klacht betreft de collegialiteit tussen advocaten; klager verwijst daar dan ook naar in zijn toelichting. Aan de orde zijn dus de gedragsregels die daarop betrekking hebben. 

5.2. Verweerder heeft de dagvaarding namens zijn cliënten op 13 juli 2009 aan de cliënte

van klager doen betekenen tegen 30 juli 2009. Verweerder heeft hiermee het schriftelijk   verzoek van klager om de dagvaarding aan zijn kantoor te doen toekomen genegeerd. Het stond verweerder vrij voor zover hij dat in het belang van zijn cliënten achtte, over te gaan tot betekening van de dagvaarding aan het adres van de cliënte van klager; de eis van goede  collegialiteit gaat niet zo ver dat een advocaat op grond daarvan gehouden zou zijn aan een zakelijk gerechtvaardigd en op de wet gegrond verlangen van zijn cliënt voorbij te gaan.

5.3. Wel had het op de weg van verweerder gelegen klager over het tijdstip van behandeling te informeren, nu hij kon aannemen dat klager de gedaagde wederpartij zou bijstaan en hij althans in zoverre zonder bezwaar aan klagers verzoek had kunnen voldoen. Het verweer dat het verweerder ondanks diverse pogingen daartoe niet is gelukt telefonisch contact met klager te krijgen treft geen doel, want hij had klager per fax kunnen informeren.  Door dit na te laten heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

De raad zal de klacht daarom gegrond verklaren en acht de hierna op te leggen maatregel passend en geboden.

 

 

6. Beslissing

 

De raad verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

Aldus gegeven door   mr. P.M. Knaapen , voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, Chr.M.J. Peeters, M.B.Ph. Geeraedts en L.R.G.M. Spronken , leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2010.

 

 

 

Griffier                                                            voorzitter

 

 

Verzonden op: 20 juli 2010.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.