Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-10-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1071

Zaaknummer

R. 3468/10.98

Inhoudsindicatie

De advocaat reageert niet op verzoeken van cliënten of belanghebbenden en reageert niet op verzoeken van de deken om de gevolgen van een schorsing ex artikel 60b te bespreken. De advocaat houdt geen kantoor meer in een arrondissement. Klacht gegrond. Schrapping.

Uitspraak

 

PROCEDUREVERLOOP

1.1  Bij brief van 15 juni 2010 heeft verzoeker ambtshalve een klacht ingediend tegen verweerster.

1.2  De griffier van de Raad heeft de klacht bij brief van 23 juni 2010 aan verweerster ter kennis gebracht.

1.3  De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ter inzage hebben gelegen.

1.4  De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 6 september 2010. Ter zitting is klager, verschenen. Verweerster is, hoewel

behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

FEITEN

2.1  Bij beslissing van deze Raad van 17 mei 2010 (R.3403/10.60) is verweerster naar aanleiding van een verzoek van klager ex artikel 60b Advocatenwet met

onmiddellijke ingang in de uitoefening van de praktijk geschorst.

2.2  Bij brief van 25 mei 2010 heeft klager verweerster op haar kantooradres in Rotterdam en op een adres in België aangeschreven om de consequenties van de

schorsing zo spoedig mogelijk met haar te bespreken. De brief is ook per e-mail aan verweerster gezonden. Klager heeft haar voorgesteld om op 2 juni 2010

overleg te voeren.

2.3  Verweerster heeft niet op het verzoek van klager gereageerd. De aan het kantooradres in Rotterdam gezonden brief is retour gekomen met de mededeling van

TNT Post dat de brief was “geweigerd”. Het bericht aan het e-mail-adres van verweerster werd niet bezorgd, daar het postvak van geadresseerde vol is.

2.4  Uit een afschrift van de basisadministratie van de gemeente Deventer, opgemaakt op 18 maart 2010, blijkt dat verweerster per 13 februari 2010 is vertrokken

naar de gemeente Roche à Frêne in België.

2.5  Bij brief van 31 mei 2010 heeft klager verweerster benaderd in verband met een bemiddelingsverzoek van een voormalige cliënt van verweerster betreffende de

teruggaaf van stukken en van een deel van een betaald voorschot.

Klagers brief is retour afzender gezonden, waarbij TNT Post heeft vermeld “Bedrijf verhuisd Bedrijfsnaam onbekend”.

 

KLACHT

3.1  De klacht behelst de volgende verwijten:

a.             verweerster houdt zich onbereikbaar voor pogingen om met haar in contact te treden. Dit geldt niet alleen voor klager in zijn hoedanigheid van deken, maar ook voor cliënten en voor personen die zij heeft ingeschakeld om voor haar te werken en die zij vervolgens niet betaalt;

b.             verweerster voldoet niet aan de verplichting op grond van artikel 12 lid 1 Advocatenwet om kantoor te houden in een arrondissement;

c.             verweerster heeft de in 2009/2010 verschuldigde hoofdelijke omslag niet voldaan en heeft geen opgave gedaan in het kader van de CCV 2009.

VERWEER

4.  Verweerster heeft geen verweer gevoerd. Zij heeft per fax van 3 september 2010 aan klager meegedeeld dat zij aan de Nederlandse Orde van Advocaten had

verzocht haar per 1 september 2010 te schrappen van het tableau.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1  Op grond van Gedragsregel 1 dient de advocaat zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening niet wordt

geschaad.

Voorts dient de advocaat, op grond van artikel 12 Advocatenwet, in één arrondissement op één locatie kantoor te houden. Het belang van dit voorschrift volgt uit lid

5 van dat artikel, waar is geregeld dat de advocaat die niet aan het voorschrift voldoet, kan worden geschrapt van het tableau.

5.2  Verweerster heeft de in deze zaak aan de orde zijnde klachten, die door klager waar nodig met stukken zijn onderbouwd, niet weersproken. Zij heeft enkel aan

klager meegedeeld dat zij aan de Orde van Advocaten heeft verzocht haar per 1 september 2010 te schrappen van het tableau.

5.3  Gelet op het voorgaande oordeelt de Raad dat de klacht in alle drie de onderdelen gegrond is.

MAATREGEL

6.1  De Raad neemt in aanmerking dat uit de op 17 mei 2010 uitgesproken schorsingsbeslissing blijkt dat verweerster er blijk van had gegeven haar praktijk niet

als een behoorlijke advocaat uit te oefenen. Uit de onderhavige, gegrond bevonden, klacht blijkt dat verweerster niet bereikbaar is voor cliënten en

belanghebbenden en zich hun belangen niet aantrekt. Verweerster reageert niet op verzoeken van klager en is evenmin ter zitting van de Raad verschenen om

verantwoording aan de tuchtrechter af te leggen. Zij stelt zich daarmee niet toetsbaar op. Het vertrouwen in de eigen beroepsuitoefening van verweerster is

daardoor ernstig geschaad.

Voorts handelt verweerster in strijd met het voorschrift om in een arrondissement kantoor te houden. De Raad acht dan ook de zwaarste maatregel geboden.

 

BESLISSING

7.1  De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-               verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond;

-               legt als maatregel op schrapping van het tableau.

-              

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mr. J.P.M. Borsboom, mr. J.P. Heinrich, mr. J.H.M. Nijhuis, mr. A.A.J. Maat, leden, in aanwezigheid van mr. P. Rijpstra, grif­fier, en uitgespro­ken ter openbare zit­ting van 4 oktober 2010.

 

 

griffier                                                                                                           voorzitter

 

 

 

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter­lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipli­ne.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

 

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.              Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.              Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tot 15.00 uur.

c.              Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.