Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-07-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0864

Zaaknummer

09-329U

Inhoudsindicatie

 Klacht van derde wegens ongewenste wervingsacties. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.

Uitspraak

   

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 19 juli 2010

in de zaak 09-329U

_________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:

Mevrouw

k l a a g s t e r

tegen:

De heer mr.

Advocaat

v e r w e e r d e r

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief 11 december 2009, door de raad ontvangen op 14 december 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klachten zijn behandeld ter zitting van 17 mei 2010 in aanwezigheid van partijen.

1.3 Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.4 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 genoemde brieven van de deken aan de raad en van de stukken, genummerd 1 tot en met 9 met bijlagen, genoemd in de bij de brief gevoegde inventarislijst.

2. Klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder, in strijd met artikel 46 Advocatenwet, ongevraagd drie brieven aan klaagster gestuurd heeft waarbij verweerder haar verzocht heeft deel te nemen aan een tegen de huidige bestuurders van een beleggingsmaatschappij waarin klaagster participeerde gericht onderzoek dat hij ten behoeve van de oprichters van die beleggingsmaatschappij verrichtte en waarbij hij klaagster uitgenodigd heeft om in het kader van de tegen de huidige bestuurders van de desbetreffende beleggingsmaatschappij te treffen juridische stappen eveneens cliënte bij hem te worden.

3. Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Verweerder heeft klaagster drie brieven gestuurd, gedateerd respectievelijk 1 september 2009, 28 september 2009 en 9 oktober 2009. Klaagster is geen cliënte van verweerder. Zij heeft verweerder nimmer haar personalia verstrekt.

3.2 In de brief van 1 september 2009 is klaagster verzocht deel te nemen aan een onderzoek naar een door haar gedane investering bij het beleggingsfonds Terra Vitalis waartegen verweerder namens de participanten in Terra Vitalis potentiële actie in rechte beraamt. Tevens is klaagster uitgenodigd om (mede) namens haar een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor in te dienen. Een en ander is in de brief van 1 september 2009 als volgt verwoord:

"Fase 1

De eerste fase bestaat uit een inventarisatie onder de beleggers, middels een verzoek tot beantwoording van bijgevoegde vragen en het houden van een getuigenverhoor (de juridische benaming hiervoor is een "voorlopig getuigenverhoor").

[…]

Voorstel

Om tot Fase 1 te kunnen overgaan hebben wij uiteraard de medewerking van u als belegger nodig. Enerzijds bestaat de medewerking uit het invullen van bijgevoegde vragenlijst en het kosteloos retour zenden daarvan aan ons antwoordnummer. Anderzijds hebben wij uw toestemming nodig om uw naam te vermelden in het verzoekschrift aan de rechtbank om het voorgenomen getuigenverhoor te mogen houden.

Daar komt bij dat het ons als advocaat niet is toegestaan, om kosteloos in een gerechtelijke procedure op te treden voor cliënten. Dit valt namelijk onder het "no-cure-no-pay" verbod dat in Nederland geldt.[…]

In dit stadium kunnen wij nog geen mededelingen doen over de kosten gemoeid met de tweede fase. Enerzijds omdat onduidelijk is of die fase wel volgt en anderzijds omdat nog niet duidelijk is welke werkzaamheden binnen die fase zullen moeten worden verricht. Wel merken wij op, dat deelname aan Fase 2 uiteraard niet verplicht is indien u hebt deelgenomen aan Fase 1. [...]

Indien u wenst deel te nemen aan Fase 1, verzoek ik u deze opdrachtbevestiging als blijk van uw akkoord ondertekend retour te zenden naar antwoordnummer 133, 3700 VB Zeist t.n.v. Bartels Advocaten, onder toezending van een kopie van uw overeenkomst(en) en gevoerde correspondentie. Dit verzoek geldt eveneens voor bijgevoegde door u nog in te vullen vragenlijst en het formulier met uw gegevens.

Voorts verzoek ik u in dat geval voor betaling van het totaalbedrag ad € 59,50 inclusief BTW zorg te dragen op bankrekeningnummer 26.03.85.182 t.n.v. Bartels Advocaten te Zeist onder vermelding van "STV Fase 1" (indien de naam van de rekeninghouder niet overeenkomt met de door u opgegeven naam als belegger, dient u dit uitdrukkelijk kenbaar te maken)."

3.3 In de brief van 28 september wordt aan klaagster verdere informatie over Terra Vitalis verstrekt. In genoemde brief is de mededeling opgenomen dat het kantoor van verweerder vanaf 1 oktober 2009 als gevolg van nieuwe wetgeving de toestemming van de geadresseerde behoeft voor het (digitaal) verstrekken van informatie en dat de geadresseerde, indien deze op de hoogte gehouden wil blijven van de acties van verweerder, daarvoor expliciet toestemming dient te verlenen aan het kantoor van verweerder. De brief eindigt met de mededeling dat het kantoor van verweerder tevens op basis van een toevoeging juridische bijstand verleent.

3.4 Klaagster heeft geen gevolg gegeven aan de oproep om expliciet toestemming tot het verstrekken van informatie te geven.

3.5 Bij brief van 9 oktober 2009 is klaagster van vervolginformatie rond Terra Vitalis voorzien en is op haar een beroep gedaan zich aan te sluiten bij een aantal van haar medebeleggers teneinde tegen de huidige bestuurders van Terra Vitalis verdere actie te ondernemen. In de desbetreffende brief is voorts te kennen gegeven dat verweerder niet meer zal optreden voor de oprichters van Terra Vitalis vanwege mogelijk tegenstrijdige belangen.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De raad volgt klaagster niet in haar stelling dat het toesturen van de drie brieven op zichzelf tuchtrechtelijk laakbaar is. Dat geldt ook voor de derde brief van 9 oktober 2009 die is verstuurd zonder dat klaagster had ingestemd met het ontvangen van nadere informatie. De wetgeving waaraan verweerder in zijn brief van 28 september 2009 heeft gerefereerd, ziet immers slechts op het verzenden van digitale informatie. Onweersproken is dat klaagster geen digitale informatie doch per gewone post verstuurde informatie van verweerder heeft ontvangen.

4.2 Wel is de raad met klaagster van oordeel dat de inhoud van de desbetreffende brieven tuchtrechtelijk laakbaar is. Enerzijds wordt op volstrekt ondoorzichtige wijze de geadresseerde van de brieven van informatiebron tot verzoeker in een voorlopig getuigenverhoor (en dus cliënt) verheven en anderzijds wordt getracht de geadresseerde als cliënt te werven in een zaak die de belangen moet dienen van een andere cliënt waarmee de belangen van de geadresseerde tegenstrijdig kunnen zijn. In zoverre is de hierboven sub 2 geschreven klacht gegrond.

5. Maatregel

5.1 Aangezien verweerder door zijn wijze van praktijkuitoefening in de afgelopen periode, naast diverse schorsingen voor bepaalde tijd, inmiddels ook met een schorsing voor onbepaalde tijd in zijn praktijkuitoefening is geconfronteerd, acht de raad een aanvullende sanctie niet opportuun.

BESLISSING:

de raad van discipline verklaart de klacht gegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. P.W.M. Huisman, B. Roodveldt, M.W. Schüller, D.J.S. Voorhoeve, leden, met bijstand van mr. M.J.J. de Bontridder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juli 2010.

 

voorzitter       griffier

 

Deze beslissing is in afschrift op 19 juli 2010 per aangete¬kende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipli¬ne worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroep¬schrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipli¬ne. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet moge¬lijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per Post 

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC  Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 - 548 46 08.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie: 076 - 548 46 07.

* * * * *