Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-05-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0635

Zaaknummer

5611

Inhoudsindicatie

Verwijt inadequate belangenbehartiging. Ongegrond.

Uitspraak

 

         

21 mei 2010

No. 5611

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 21 september 2009, onder nummer H47 2009, aan partijen toegezonden op 22 september 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 20 oktober 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van verweerder van 28 oktober 2009.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 19 maart 2010, waar klager, vergezeld van H., en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt het volgende in:

 in een hoger beroepprocedure tegen A. heeft verweerder de belangen van klager onzorgvuldig behartigd.

4. De feiten

 De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Het verzoek van klager tot het horen van getuigen wijst het hof als onvoldoende specifiek en te vaag af. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 

 

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 21 september 2009, onder nummer H47 2009.

 

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, C.A.M.J. Raymakers, L. Ritzema, G.W.S. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verkijk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2010.