Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-08-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0037

Zaaknummer

09-015A

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht ivm overname strafzaak. Verweerder heeft geen daadwerkelijk overleg met klager gevoerd alvorens cliënt te bezoeken. Klacht deels gegrond/deels ongegrond.

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

In het ressort Amsterdam

 

BESLISSING van 24 augustus 2009

in de zaak 09-015A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 14 januari 2009 binnengekomen klacht van:

de heer mr.

klager

tegen:

de heer mr.

verweerder

1. verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 13 januari 2009, door de raad ontvangen op 14 januari 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 juni 2009. Verschenen zijn klager en verweerder. Verweerder is bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.J.Mul.

1.3 Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennis genomen van:

a. de in 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 10 in de in die brief genoemde inventarislijst.

2. de klacht

2.1 De klacht houdt – zakelijk weergegeven – in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat verweerder zich onbehoorlijk en onzorgvuldig heeft opgesteld bij de overname van een strafzaak van klager. Meer specifiek zou verweerder:

a. met betrekking tot en voorafgaand aan de overname van een strafzaak van de heer H., geen althans onvoldoende overleg met klager hebben gevoerd;

b. de heer H. hebben bezocht zonder klager in de gelegenheid te stellen bij dit bezoek aanwezig te zijn, terwijl verweerder ervan op de hoogte was althans behoorde te zijn, dat er inmiddels reeds een gekozen raadsman met instemming van de heer H. voor hem optrad;

c. de heer H. op schimmige wijze hebben overgehaald om een briefje te ondertekenen, waarin de heer H. verklaart door verweerder te willen worden bijgestaan.

3. feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.2 Klager is advocaat in het arrondissement Haarlem. Verweerder is advocaat in het arrondissement Amsterdam.

3.3 Klager heeft in juni 2008 als piketadvocaat opgetreden voor de heer H. Klager heeft de heer H. op 2 juni 2008 bezocht op Schiphol, alwaar de heer H. gedetineerd was. Vervolgens heeft mr. X, advocaat te Amsterdam, contact opgenomen met klager en hem meegedeeld, dat hij van de ouders van de heer H. het verzoek had ontvangen de behandeling van de zaak van de heer H. van klager over te nemen. Afgesproken werd dat klager de heer H. nog zou bijstaan bij de raadkamerzitting van 11 juni 2008, waarna klager de zaak aan mr. X zou overdragen.

3.4 Op 10 juni 2008 om 15.49 uur heeft verweerder aan klager een fax gestuurd, die als volgt luidt:

“Betreft: [de heer H.] / OM

10 juni 2009

Geachte confrère,

De partner van [de heer H.], geboren op [geboortedatum de heer H.], thans gedetineerd, heeft mij vanuit Frankrijk benaderd met het verzoek de belangen in diens strafzaak in uw plaats verder te behartigen. Aan dat verzoek wens ik gaarne te voldoen.

Indien u tegen dit uitdrukkelijke verzoek geen bezwaar heeft, verzoek ik u mij het schaduwdossier inclusief de toevoeging en uw urenspecificatie te doen toekomen. Ik zal mutatie van de toevoeging vragen en u t.z.t. een verrekeningsvoorstel doen.

Tevens wil ik u ervan op de hoogte stellen dat ik voornemens ben om cliënt op korte termijn te bezoeken, teneinde van hem te vernemen of zijn wens dezelfde is als die van zijn partner. Over de uitkomst hiervan zal ik u naderhand berichten.

In afwachting van uw bericht verblijft,

hoogachtend,

uw dw. cfr.,

[verweerder]”

3.5 Klager heeft verweerder vervolgens op 10 juni 2008 om 16.20 uur een fax gestuurd, die als volgt luidt:

“Haarlem, 10 juni 2008

Faxnummer: [faxnummer verweerder]

Inzake: [de heer H.] / OM

Geachte confrère,

Bovengenoemde zaak is reeds met instemming van cliënt overgenomen door de gekozen en door de ouders van cliënt betaalde raadsman mr. X te Amsterdam.

Indien mij blijkt dat u cliënt niettemin gaat bezoeken zal ik hieromtrent een klacht indienen.

Vertrouwende u hiermee voldoende naar behoren te hebben geïnformeerd,

Hoogachtend,

[klager]”

3.6 Verweerder heeft de heer H. direct na het verzenden van zijn fax genoemd in 3.4  bezocht te Schiphol. Dit bezoek heeft buiten aanwezigheid van klager plaatsgevonden.

3.7 Daarna heeft verweerder aan klager op 11 juni 2008 een fax gestuurd, waarin onder meer het volgende staat weergegeven:

“Betreft: [de heer H.] / OM

Datum: 11 juni 2008

Geachte confrère,

In navolging van mijn fax d.d. 10 juni jl. kan ik u mededelen dat ik cliënt [de heer H.] heb bezocht. Zoals uit bijgevoegde verklaring van cliënt blijkt wenst hij mijn rechtsbijstand. Ik zal mij hieromtrent met zijn ouders en mr. X verstaan. Vriendelijk verzoek ik u mij per direct alle relevante stukken te faxen. Tevens verzoek ik u gaarne mij met het oog op de raadkamer op de hoogte te stellen van zaken die hiertoe van belang zijn.

(…) “

Als bijlage bij deze fax heeft verweerder onder meer een schriftelijke door de heer H. ondertekende verklaring van 10 juni 2008 gevoegd, die als volgt luidt:

“Moi, [de heer H.], voudrait Monsieur [verweerder] comme avocat. Je le voudrais pour qu’il travaille pour moi à partir de maintenant.

10 juin 2008“

4. beoordeling van de klacht

4.1 Verweerder heeft ter zitting van de raad betoogd dat klager niet-ontvankelijk in zijn klacht is, omdat op het moment van de overname van de behandeling van de zaak van mr. H door verweerder, niet klager maar mr. X de behandelend advocaat zou zijn geweest. Op 10 juni 2008 was klager echter (mede) de behandelend advocaat van de zaak van de heer H., nu klager de heer H. zou bijstaan tijdens de raadkamerzitting van 11 juni 2008. Klager heeft derhalve voldoende belang bij de klacht en is dus ontvankelijk in zijn klacht.

klachtonderdeel a

4.2 De raad overweegt dat een advocaat die de behandeling van een (straf)zaak van een andere advocaat over wenst te nemen, daarbij op een zorgvuldige wijze zal dienen te handelen. Zo kan in het algemeen verlangd worden dat de advocaat die de behandeling van de zaak overneemt, daaraan voorafgaand behoorlijk overleg voert met de advocaat van wie hij de zaak over wenst te nemen. Dat overleg houdt in dat advocaten daadwerkelijk informatie en standpunten uitwisselen. Voorts behoort de advocaat wiens zaak wordt overgenomen de mogelijkheid te hebben bij zijn cliënt na te gaan of het inderdaad zijn wens is van advocaat te wisselen.

4.3 Het had dan ook op het pad van verweerder gelegen om, voorafgaand aan zijn bezoek op 10 juni 2008 aan de heer H., daarover daadwerkelijk overleg met klager te voeren. Verweerder is dit overleg echter niet aangegaan. Weliswaar heeft verweerder voorafgaand aan zijn bezoek aan de heer H. klager bij fax kennis gegeven van zijn voornemen tot dit bezoek, maar verweerder heeft daarover geen overleg met klager gevoerd. Verweerder heeft namelijk direct na het verzenden van deze fax de heer H. bezocht, zonder een reactie van klager op de fax af te wachten en zonder telefonisch contact met klager op te nemen. Dit terwijl verweerder in zijn fax zelf aan klager verzoekt hem te berichten, of hij tegen het verzoek van de partner van de heer H., of verweerder de behandeling van de zaak van de heer H. wil overnemen, geen bezwaar heeft. Dit klemt temeer nu klager per omgaande op genoemde fax heeft gereageerd, door bij wege van 31 minuten later aan verweerder verzonden fax aan verweerder te kennen te geven, dat klager zich geenszins met het voorgenomen bezoek van verweerder aan de heer H. kon verenigen. Ook is niet gebleken is dat verweerder na zijn bezoek aan de heer H en na kennisname van de reactie van klager contact met klager heeft gezocht.

4.4 Op grond van deze gang van zaken is de raad van oordeel dat niet gezegd kan worden dat verweerder  daadwerkelijk overleg met klager heeft gevoerd of gepoogd heeft te voeren zonder dat gebleken is van bijzondere omstandigheden die dit zouden kunnen rechtvaardigen. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt, en aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klachtonderdeel a is derhalve gegrond.

klachtonderdeel b

4.5 Anders dan klager meent kan niet worden gesteld dat een advocaat die de behandeling van een zaak van een andere advocaat overneemt ertoe verplicht is om, voorafgaand aan de overname van de zaak, de advocaat waarvan hij de zaak overneemt de gelegenheid te bieden bij het eerste gesprek tussen de opvolgende advocaat en de cliënt aanwezig te zijn. Zo’n verplichting kan ook niet ontleend worden aan het Statuut voor de Raadsman in Strafzaken. Evenmin behoort dat tot het hiervoor bedoelde overleg in verband met overname van een strafzaak.

4.6 Klachtonderdeel b is derhalve ongegrond.

klachtonderdeel c

4.7 De raad is van oordeel dat noch uit de stukken noch uit hetgeen ter zitting is verklaard de conclusie kan worden getrokken, dat verweerder de heer H. op schimmige wijze ertoe heeft overgehaald een briefje te ondertekenen waarin hij verklaart door verweerder te willen worden bijgestaan.

4.8 Klachtonderdeel c is derhalve ongegrond.

5. maatregel

5.1 Met inachtneming van alle omstandigheden van het geval acht de raad het opleggen van na te noemen maatregel op zijn plaats.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdeel a gegrond;

- verklaart klachtonderdeel b en c ongegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mr. M. le Belle, mr. B. ten Doesschate, mr. H.B. de Regt, mr. B. Roodveldt, leden met bijstand van mr. F.A. Chorus als griffier en uitsproken ter openbare zitting van 24 augustus 2009.

 

voorzitter          griffier

Deze beslissing is in afschrift op 24 augustus 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager;

- verweerder;

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

 

Van deze beslissing kan ten aanzien van de ongegrond verklaarde klachtonderdelen beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager;

- verweerder;

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

En ten aanzien van het gegrond verklaarde klachtonderdeel door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.      Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076-548 4607