Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-03-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0778

Zaaknummer

08-240U

Inhoudsindicatie

onderdeel a gegrond;

Inhoudsindicatie

onderdeel b ongegrond.

Inhoudsindicatie

Verweerder, advocaat van klagers wederpartij en ex-partner, is niet komen opdagen op een zitting en heeft volgens klager door het schrijven van brieven spanningen veroorzaakt tussen klager en zijn ex-partner. Onder de omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat verweerder klager niet heeft aangeboden de kosten te vergoeden die klager heeft gemaakt als gevolg van verweerders niet verschijnen, is het eerste klachtonderdeel gegrond; het tweede klachtonderdeel mist feitelijke grondslag.

Uitspraak

 

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 2 maart 2009

in de zaak 08-240U

______________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 4 september 2008 bij de raad binnengekomen klacht van:

De heer

k l a g e r  

tegen:

De heer  mr.

v e r w e e r d e r

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 3 september 2008, door de raad ontvangen op 4 september 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht. 

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 6 januari 2009 in aanwezigheid van klager. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1. genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 6, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst, alsmede van:

- de brief van verweerder aan de raad van 12 november 2008;

- de brief van klager aan de raad van 4 december 2008;

- de fax van klager van 22 december 2008 aan de raad met bijlage.

2. Klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Ad-vocatenwet:

(a) zonder voorafgaand bericht niet is verschenen op een terechtzitting, als gevolg waarvan klager voor niets op de rechtbank is verschenen en onnodig kosten heeft moeten maken;

 

(b) een of meer brieven aan klager heeft verzonden als gevolg waarvan er span-ningen tussen klager en zijn voormalige partner zijn ontstaan.

3. Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.1. Verweerder heeft de voormalige partner van klager bijgestaan in verscheidene pro-cedures tegen klager. In een van die procedures zou op 30 mei 2008 een terechtzit-ting plaatsvinden waarbij verweerder als advocaat van klagers voormalige partner aanwezig zou zijn. Op die terechtzitting is verweerder niet verschenen, als gevolg waarvan de behandeling van de zaak is aangehouden. Klager en zijn advocaat zijn als gevolg daarvan op 30 mei 2008 voor niets naar de rechtbank te ’s-Gravenhage ge-komen. Verweerder heeft op 30 mei 2008 een vrije dag opgenomen.

3.2. Verweerder heeft namens klagers voormalige partner één of meer brieven aan klager verzonden.

4. Beoordeling klachtonderdeel (a):

4.1 Verweerder heeft op zichzelf terecht aangevoerd dat het een ieder, en ook iedere advocaat, kan overkomen dat een terechtzitting, al dan niet als gevolg van dubbele afspraak of een agendafout, door hem wordt vergeten. Een dergelijk verzuim, hoe betreurenswaardig ook, valt in beginsel dan ook niet binnen het bereik van het advo-catentuchtrecht. Daarbij geldt - nu de klacht is gericht tegen de advocaat van klagers wederpartij - de door het hof van discipline, de hoogste instantie in het advocaten-tuchtrecht, gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is echter niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de be-langen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. De raad is van oordeel dat dit laatste zich heeft voorge-daan.

4.2 Klager heeft kosten moeten maken als gevolg van het niet verschijnen van verweer-der: hij heeft – zoals gesteld en onvoldoende weersproken – een vrije dag opgeno-men en hij heeft zijn advocaat moeten betalen voor de tijd die deze heeft besteed op 30 mei 2008.

4.3 Verweerder heeft klager niet aangeboden om de door zijn toedoen gemaakte kosten te vergoeden. Ook anderszins heeft verweerder er geen blijk van gegeven zich de - voor klager vervelende - gevolgen van zijn fout in voldoende mate te realiseren. In zijn brief aan de raad van 12 november 2008 heeft verweerder deze zaak (immers) omschreven als “betrekkelijk futiel”. Onder deze omstandigheden is de raad van oordeel dat het feit dat verweerder niet op de terechtzitting van 30 mei 2008 is ver-schenen, in samenhang met het feit dat hij geen vergoeding van klagers kosten heeft aangeboden, tuchtrechtelijk aan hem kan worden verweten. Dat verweerder excuses aan klager heeft aangeboden doet onder deze omstandigheden aan het voorgaande oordeel niet af. Dit klachtonderdeel is derhalve gegrond.

5. Beoordeling klachtonderdeel (b)

5.1 Met betrekking tot dit klachtonderdeel overweegt de raad dat klager tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, onvoldoende concrete feiten en omstan-digheden heeft gesteld die tot gegrondverklaring van dit klachtonderdeel zouden kunnen leiden. Dit klachtonderdeel mist derhalve feitelijke grondslag.

6 Maatregel

6.1 Met het voorgaande is komen vast te staan dat verweerder door te handelen als om-schreven in de klachtonderdeel (a) heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoor-lijke advocaat betaamt.

6.2 Alle omstandigheden bij haar afweging betrekkende, waaronder de omstandigheid dat verweerder heeft meegedeeld zijn praktijk om gezondheidsredenen te zullen neerleggen, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing op zijn plaats.

 

Beslissing:

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdeel (a) gegrond;

- verklaart klachtonderdeel (b) ongegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door: mr. W.J. van Bennekom, voorzitter, mr. H.F. Doeleman, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. H.B. de Regt, mr. M.G.F. van Voorst tot Voorst, leden, met bijstand van mr. P.J. Mijnssen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 maart 2009.

voorzitter        griffier

De beslissing is in afschrift op 2 maart 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan voor wat betreft het gegrond verklaarde klachtonderdeel beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Voor wat betreft het ongegrond verklaarde klachtonderdeel kan beroep hij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in ze-venvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in  het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus132, 4840 AC Prin-senbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kan-tooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 46 08. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 – 548 46 07