Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-12-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0224

Zaaknummer

B 101 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Niet alleen de advocaat van de wederpartij, maar ook de wederpartij zelf kan een beroep doen op gedragsregel 13. Deze heeft immers betrekking op het optreden van een advocaat in rechte en niet uitsluitend op de betrekking tussen advocaten onderling.

Inhoudsindicatie

Klacht ontvankelijk, klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

BESLISSING

 

van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht van

 

klager

 

tegen

 

verweerder

 

_____________________________________________________________________

 

Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 13 mei 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarisstaat.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 5 oktober 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 12 oktober 2009.

De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

 

Ter mondelinge behandeling waren klager noch verweerder aanwezig. Verweerder had de raad bij brief dd. 18 mei 2009 en klager bij brief dd. 6 oktober 2009 reeds bericht niet ter zitting te zullen verschijnen. Klager heeft de raad bij brief dd. 13 oktober 2009 bericht ook niet te zullen verschijnen.

 

Vaststelling van de feiten voorzover voor de klacht van belang.

Verweerder trad op als advocaat van de wederpartij van klager in een civiele procedure. In die procedure heeft verweerder bij antwoordakte dd. 7 januari 2009 namens zijn cliënte een confraternele brief als productie in het geding gebracht, zonder hierover voorafgaand overleg met de advocaat van klager te voeren.  

 

Inhoud van de klacht.

Verweerder heeft in een civiele procedure, waarbij hij optrad voor de wederpartij van klager, bij akte een confraternele brief in het geding gebracht, waardoor klager schade is berokkend.

 

Standpunt van klager.

Verweerder heeft klachtwaardig gehandeld door een confraternele brief in een civiel geding over te leggen. Klager heeft daardoor schade geleden.

 

Standpunt van verweerder.

Uit de door verweerder bij akte overgelegde brief  volgde dat partijen doende waren de mogelijkheden af te tasten van een regeling in der minne, met name door een praktische oplossing te vinden voor de tussen partijen bestaande geschillen. In dat kader was verweerder van oordeel dat het belang van de cliënt van verweerder het overleggen van voormelde brief bepaaldelijk vorderde. Het is juist dat verweerder heeft nagelaten hieromtrent vooraf overleg te hebben met de advocaat van de wederpartij.

 

Ontvankelijkheid van de klacht.

Niet alleen door de advocaat van de wederpartij, maar ook door de wederpartij zelf kan een beroep worden gedaan op de regel dat omtrent de inhoud van tussen advocaten gevoerde schikkingsonderhandelingen aan de rechter aan wiens oordeel of instantie aan wier oordeel de zaak is onderworpen, niets mag worden medegedeeld zonder toestemming van de advocaat van de wederpartij (gedragsregel 13). Deze gedragsregel heeft immers betrekking op het optreden van een advocaat in rechte en niet uitsluitend op de betrekking tussen de beide advocaten in het betreffende geschil. Klager kan daarom worden ontvangen in zijn klacht.

 

Beoordeling van de klacht.

Gedragsregel 13 maakt het advocaten mogelijk een schikking te beproeven, zonder dat zij (of hun cliënten) bevreesd hoeven te zijn dat hetgeen daarbij is gedaan, gezegd of geschreven hen later in de procedure wordt tegengeworpen. Handelen in strijd met deze regel valt een advocaat tuchtrechtelijk aan te rekenen.

Vast staat dat verweerder bij antwoordakte zijn brief dd. 1 september 2009 aan de advocaat van klager, welke betrekking had op schikkingsonderhandelingen tussen beide advocaten, in een civiele procedure heeft ingebracht, zonder toestemming van de advocaat van klager. Verweerder heeft aldus gehandeld in strijd met gedragsregel 13. Het stond hem immers niet vrij, zonder toestemming van de advocaat van de wederpartij, de confraternele brief die betrekking had op schikkingsonderhandelingen aan de rechtbank over te leggen.

De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande gegrond verklaren.

 

Verzoek van klager ex artikel 48 lid 7 Advocatenwet.

Klager heeft in zijn klacht tevens verzocht om te bepalen dat verweerder jegens hem niet de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt. De raad is van oordeel dat deze bepaling enkel ziet op de rechtshulpverlening van de advocaat aan zijn eigen cliënt. Klager was echter de wederpartij van verweerders cliënt. Dit verzoek zal derhalve worden afgewezen.

 

BESLISSING.

 

De raad verklaart klager ontvankelijk in zijn klacht.

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

De raad wijst het verzoek van klager ex artikel 48 lid 7 Advocatenwet af.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. I.E.M. Sutorius, A.L.W.G. Houtakkers, R.F.L.M. van Dooren en J.D.E. van den Heuvel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2009

 

griffier.                                                            voorzitter.

 

Verzonden op: 8 december 2009

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.