Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-12-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0223

Zaaknummer

M 76 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Advocaat dient zijn cliënt te informeren over mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel. Indien de advocaat het instellen van een rechtsmiddel niet succesvol acht dient hij zijn cliënt hierover schriftelijk te berichten.

Inhoudsindicatie

Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

 

 

BESLISSING

van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht van

 

klager

 

tegen

 

verweerder

_____________________________________________________________________

 

Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 14 april 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarisstaat.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 6 juli 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 5 oktober 2009.

De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

 

Ter mondelinge behandeling was verweerder aanwezig.

 

Vaststelling van de feiten voorzover voor de klacht van belang.

Verweerder heeft klager bijgestaan in een civiele procedure. Op 9 mei 2006 is in deze zaak in hoger beroep door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch arrest gewezen. Verweerder heeft klager bij brief dd. 17 mei 2006 een kopie van dit arrest toegestuurd. Verweerder heeft klager in voormelde brief uitgenodigd voor nader overleg, wanneer hij daar behoefte aan had.

 

Inhoud van de klacht.

Verweerder heeft na een uitspraak van het gerechtshof de cassatietermijn laten verlopen; Verweerder heeft stukken verzonden naar een deskundige X, in plaats van naar de deskundige Y, van welk feit de wederpartij direct gebruik heeft gemaakt.

 

Standpunt van klager.

Klager heeft wel een gesprek gevoerd op kantoor van verweerder. Hij heeft in eerste instantie aangegeven dat hij het bijltje erbij neer wilde gooien. Na een second opinion wenste hij de zaak toch door te zetten. Klager heeft op 28 augustus 2006 telefonisch contact gehad met verweerder en op die dag nog een fles wijn afgegeven op diens kantoor. Klager was niet echt tevreden, maar heeft dit gedaan uit fatsoen. Verweerder heeft klager niet op de cassatietermijn gewezen. Verweerder heeft bij klager de indruk gewekt dat hij het ‘welletjes’ vond, nu er in deze zaak niets meer te verdienen viel.

 

Standpunt van verweerder.

 

Ad onderdeel 1.

Klager is niet ingegaan op de uitnodiging van verweerder in diens brief dd. 17 mei 2006 tot nader overleg. Klaarblijkelijk heeft klager wel met andere advocaten over het arrest van het gerechtshof gesproken. Klager heeft op enig moment na de brief van verweerder dd. 17 mei 2006 een fles wijn afgegeven op kantoor van verweerder, met daaraan een kaartje waarop was geschreven dat klager wel zou moeten berusten in het arrest van het gerechtshof.

Het had op de weg van klager gelegen om nader overleg met verweerder te voeren. Verweerder zou klager in dat gesprek hebben medegedeeld dat cassatie naar zijn oordeel weinig kans van slagen had, nu de Hoge Raad niet meer over de feiten oordeelt. Uiteraard had desgewenst cassatieadvies ingewonnen kunnen worden.

 

Ad onderdeel 2.

Het is juist dat verweerder abusievelijk stukken naar de Universiteit van Rotterdam in plaats van de Universiteit te Amsterdam heeft gestuurd.

Verweerder had zijn reactie op het voorlopig deskundige rapport in eerste instantie op 10 augustus 2005 naar de eerder namens klager ingeschakelde deskundige gestuurd, die op dat moment werkzaam was bij de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De secretaresse van verweerder meende dat de reactie van verweerder naar deze deskundige diende te worden verzonden. Toen verweerder terugkeerde van zijn vakantie bemerkte hij dat zijn reactie naar Rotterdam was verzonden in plaats van naar prof. Dr. X, verbonden aan de VU te Amsterdam. Verweerder heeft vervolgens eind augustus 2005 alsnog zijn reactie aan prof dr. X verzonden, welke op 30 augustus 2005 door deze werd ontvangen. Hierdoor werd de reactie van verweerder op het deskundige rapport van Prof. mr. X door deze wel vertraagd, maar niet te laat ontvangen.

 

Beoordeling van de klacht.

 

Ad onderdeel 1.

Een advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstand onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.

Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zijn cliënt informeert over de mogelijkheden tot het instellen van een rechtsmiddel en te wijzen op de termijn waarbinnen het rechtsmiddel dient te zijn ingesteld. Indien een advocaat van mening is dat het instellen van een rechtsmiddel geen kans van slagen heeft dient hij dit tijdig en gemotiveerd aan zijn cliënt te berichten. Ter voorkoming van misverstanden dient hij dit schriftelijk te bevestigen.

Niet gebleken is dat verweerder klager heeft geïnformeerd over de mogelijkheid van het instellen van cassatie en de termijn waarbinnen dit diende te worden ingesteld. Weliswaar had verweerder klager uitgenodigd voor nader overleg, wanneer klager dat wenste, doch hiermee is door verweerder niet voldaan aan zijn informatieplicht jegens klager.. Daarvan valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Uit het aan de raad overgelegde dossier is niet gebleken dat verweerder de mogelijkheid van cassatie met klager heeft besproken. Verweerder stelt dat klager middels een kaartje bij een fles wijn had bericht dat klager berustte in de uitspraak van het gerechtshof. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd verklaard niet meer over het betreffende kaartje te beschikken Voorzover de stelling van verweerder juist is, had het op de weg van verweerder gelegen dit schriftelijk aan klager te bevestigen.

Dit onderdeel van de klacht zal gegrond worden verklaard.

 

Ad onderdeel 2.

Vast staat dat verweerder zijn reactie op het voorlopige deskundige rapport in eerste instantie naar een eerdere deskundige X in de zaak van klager, heeft verzonden. Verweerder heeft onmiddellijk nadat hij deze vergissing bemerkte, zijn reactie alsnog toegezonden aan deskundige Y. Verweerder heeft aldus wel een vergissing begaan, maar deze vergissing was niet van dien aard dat verweerder niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Bovendien heeft verweerder zijn vergissing direct hersteld en is op geen enkele wijze gebleken dat klager is benadeeld door de door verweerder gemaakte vergissing.

Dit onderdeel van de klacht zal als ongegrond worden afgewezen.

 

BESLISSING.

 

De raad verklaart onderdeel 1 van de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.

De raad wijst onderdeel 2 van de klacht als ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. I.E.M. Sutorius, A.L.W.G. Houtakkers, R.F.L.M. van Dooren en J.D.E. van den Heuvel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2009

 

 

griffier.                                                            voorzitter.

 

 

Verzonden op: 8 december 2009

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.