Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-08-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0024

Zaaknummer

08-212H

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing. Klager beklaagt zich dat verweerder uitlatingen heeft gedaan waarvan hij wist dat die onjuist zijn. Klager stelt dat de voorzitter er aan voorbij is gegaan dat er geen sprake is van een meningsverschil maar van een onjuiste weergave van feiten, waarvoor verweerder verantwoordelijk is en zich niet kan verschuilen achter diens cliënt. Verzet ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 24 augustus 2009

in de zaak 08-212H

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 september  2008 bij de raad binnengekomen verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van

k l a a g s t e r

tegen:

v e r w e e r d e r

 

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 1 augustus 2008, bij de raad binnengekomen op 4 augustus 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 25 augustus 2008 heeft de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 28 augustus 2008 aan klaagster is verzonden.

1.3 Bij brief van 9 september 2008, door de raad op 10 september 2008 ontvangen, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 De raad heeft kennis genomen van de brief van 1 augustus 2008 van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 10, met bijlagen, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad op 15 juni 2009 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

2. De klacht/het verzet

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder in correspondentie met de deken feitelijk onjuiste uitlatingen heeft gedaan:

Verweerder heeft namens zijn cliënt met de deken gecorrespondeerd in het kader van een door klaagster tegen mr. X bij de deken ingediende klacht.. Namens zijn cliënt heeft verweerder op 19 mei 2008 aan de Haarlemse deken onder meer geschreven:

 - "[De heer A] had een volmacht voor de derdenrekening van [mr. X] …";

 - "… en maakte ook van deze volmacht gebruik.";

- "Nadat [de heer A] [mr. X] op 6 oktober 2005 de toegang tot de door hem gehuurde kantoorruimte had ontzegd …";

- "… waren verscheidene procedures noodzakelijk met betrekking tot de financiële afwikkeling van het uiteengaan van partijen."

Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klaagster de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overtreden.

2.2 Het verzet houdt, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard nu volgens klaagster:

a. er geen sprake is van een verschil van visie op feiten die aan het geschil tussen klaagster en de cliënt van verweerder mr. X ten grondslag liggen, nu de uitlatingen van verweerder onjuist zijn en derhalve niet als feiten kunnen kwalificeren; en

b. verweerder zich niet achter zijn cliënt kan verschuilen en zelf verantwoordelijk is voor het doen van onjuiste uitlatingen.

3. Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.2 Klaagster is een maatschap waarvan onder meer de heer A deel uitmaakt. Verweerders cliënt, mr. X, heeft in dat maatschapsverband met onder meer de heer A samengewerkt. Deze samenwerking is stukgelopen. Vervolgens is er ernstig ruzie ontstaan en zijn er civiele procedures aangespannen. Klaagster heeft tegen mr. X verscheidene tuchtklachten ingediend. Verweerder treedt in deze tuchtzaken op als advocaat van mr. X. In die hoedanigheid heeft verweerder namens mr. X met de deken gecorrespondeerd over de door klaagster tegen mr. X ingediende klachten.

4. Beoordeling van het verzet

Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de advocaat van een wederpartij, waartegen deze klacht gericht is, een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem goeddunkt en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. Het gegeven dat klaagster een andere visie heeft op de feiten in het geschil tussen verweerders cliënt en klaagster, doet aan deze vrijheid van handelen van de advocaat van zijn wederpartij niet af. Het verzet en hetgeen ter zitting verklaard is, hebben geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Met de voorzitter is de raad derhalve van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het verzet is dan ook ongegrond.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.H. Kist, voorzitter, mr. E.J. Ferman, mr. S.M. Gaasbeek-Wielinga, mr. H.C.M.J. Karskens, mr. B.E. van der Molen, leden, met bijstand van mr. B.M. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 augustus 2009.

 

voorzitter        griffier

 

Deze beslissing is in afschrift op 25 augustus 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan geen beroep worden ingesteld