Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-09-2009

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0046

Zaaknummer

5218

Inhoudsindicatie

bijstand van onvoldoende kwaliteit

Uitspraak

 

         

11 september 2009

No.  5218

Hof van Discipline

Beslissing

Naar aanleiding van het hoger beroep van

klaagster,

tegen:

verweerder.

1.   Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 19 mei 2008, onder nummer M24-2007, aan partijen toegezonden op 20 mei 2008, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder onderdeel 8 niet-ontvankelijk is verklaard en de onderdelen 1 tot en met 7 en 9 tot en met 13 ongegrond zijn verklaard.

 

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 18 juni 2008 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg

-  de antwoordmemorie van verweerder

- brief met bijlage van verweerder aan het hof van 2 april 2009.

2.3  Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 juni 2009, waar klager, vergezeld van zijn gemachtigde mr. X., en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

  De klacht houdt het volgende in:

1.  Verweerder heeft de zaken van klager ondeskundig aangepakt en behandeld.

2.  Verweerder heeft ondanks een negatief advies van de deken de betwiste vorderingen als steunvorderingen ingediend bij een faillissementsaanvrage.

3.  Verweerder is bij het uiten van zijn ongenoegen over het niet tijdig voldoen van de declaraties de zorgvuldigheidsnormen te buiten gegaan door onjuistheden/onnauwkeurigheden te melden aan diverse rechterlijke instanties.

4.  Verweerder heeft zijn taak onbehoorlijk vervuld (gedragsregel 4).

5.  Verweerder heeft nagelaten een behoorlijke opdrachtbevestiging te sturen aan klager (gedragsregel 8)

6.  Verweerder heeft in strijd met de kennelijke wil van klager gehandeld (gedragsregel 9).

7.  Verweerder weigerde klager op de hoogte te stellen van het feit dat hij tekort is geschoten in zijn belangenbehartiging, tevens heeft verweerder klager niet gewezen op de mogelijkheid van onafhankelijk advies (gedragsregel 11).

8.  Verweerder had contact met de wederpartij (gedragsregel 18).

9.  Verweerder weigerde dossiers af te geven aan de opvolgende advocaat, terwijl de juistheid van de declaraties betwist was en klager bereid was de zaak voor te leggen aan de Geschillencommissie.

10.  Verweerder heeft niet inzichtelijk per dossier en niet periodiek gefactureerd (gedragsregel 23).

11.  De hoogte van de declaraties van verweerder waren niet overeenkomstig de gemaakte afspraken (gedragsregel 25 lid 1 en 4).

12.  Verweerder heeft nagelaten de financiële consequenties met klager te bespreken (gedragsregel 26).

13. Verweerder heeft verzuimd om klager te wijzen op bestaande klachtenregelingen.

4. De feiten

 De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klagers tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 19 mei 2008.