Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2025
Uitspraken van tot

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TAHVD:2024:207: onvolledig en polariserend verweerschrift leidt tot waarschuwing advocaat wederpartij
Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de vrouw wordt (onder meer) verweten dat hij in zijn verweerschrift heeft vermeld dat aan klager een huisverbod was opgelegd, terwijl hij op dat moment al wist, dan wel had moeten weten, dat dit huisverbod reeds was vernietigd door de bestuursrechter.        

Ten aanzien van dit klachtonderdeel oordeelt het hof – evenals de raad – dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Door het feit van deze vernietiging als cruciale informatie weg te laten en desondanks op suggestieve wijze te refereren aan het huisverbod, heeft verweerder zich onvolledig, onzorgvuldig en onnodig polariserend opgesteld. Het verweer dat hij zich niet kon herinneren op de hoogte te zijn geweest van de uitkomst van het beroep, wordt verworpen. Van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht dat hij dergelijke informatie controleert alvorens daarop in procedures te bouwen.

Verweerder heeft ook in de visie van het hof tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in zijn processtukken een onvolledig en suggestief beeld van klager te schetsen, hetgeen in strijd is met de professionele distantie die van een advocaat mag worden verwacht, in het bijzonder binnen een beladen familierechtelijke procedure. De opgelegde maatregel van een waarschuwing blijft dan ook in stand.

ECLI:NL:TADRAMS:2024:133: onnodig grievende uitlatingen en escalerende proceshouding familierechtadvocaat rechtvaardigt voorwaardelijke schorsing
De klacht in deze zaak ziet op het optreden van verweerster als familierechtadvocaat in een geschil over het gezag, de hoofdverblijfplaats en de omgangsregeling met een minderjarige. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij een escalerende proceshouding heeft aangenomen en zich in het verzoekschrift onnodig grievend over hem heeft uitgelaten.

De raad stelt voorop dat van een advocaat in familierechtelijke geschillen – zeker wanneer er belangen van kinderen in het geding zijn – mag worden verwacht dat hij of zij de-escalerend optreedt. In dergelijke zaken geldt een verhoogde verantwoordelijkheid om te voorkomen dat de onderlinge verhoudingen tussen partijen verder verslechteren. Daarbij hoort ook terughoudendheid in de wijze waarop over de wederpartij wordt gecommuniceerd, met name wanneer uitlatingen naar objectieve maatstaven als kwetsend kunnen worden ervaren.

De raad oordeelt dat verweerster haar ruime procesvrijheid als advocaat heeft overschreden door zich in processtukken onnodig grievend en beschuldigend uit te laten over klager. De gebruikte bewoordingen – zoals het noemen van klager als een “bullebak van een vader” – waren haar eigen woorden, niet die van haar cliënt, en waren gebaseerd op een subjectieve interpretatie van berichtgeving en haar eigen ervaringen. Daarmee heeft verweerster niet met de vereiste distantie en professionaliteit gehandeld, hetgeen in strijd is met haar rol als advocaat in een geëscaleerd familierechtelijk geschil. Haar proceshouding heeft de situatie tussen partijen verder verscherpt, terwijl juist een terughoudende en de-escalerende opstelling van haar verwacht mocht worden.

Deze onprofessionele houding uitte zich ook in haar processtrategie: het opstarten van procedures zonder afstemming met de advocaat van klager, het kiezen van een confronterende toon en het innemen van stellingen die onvoldoende steun vinden in de feiten. Daarmee heeft verweerster bijgedragen aan verdere polarisatie en onvoldoende oog gehad voor het belang van het kind.

De raad acht het ernstig dat verweerster geen blijk heeft gegeven van zelfreflectie of inzicht in de kwalijke aard van haar optreden. Haar handelwijze heeft niet alleen de belangen van klager geschaad, maar ook heeft zij het belang van de minderjarige zoon onvoldoende meegewogen. Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid. Omdat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, acht de raad de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van zes weken passend.

ECLI:NL:TADRARL:2024:178: klacht over privégedrag advocaat zonder link met beroepsuitoefening is niet-ontvankelijk
Deze klacht ziet op privégedragingen van een advocaat in een conflict over werkzaamheden die klager in de woning van de advocaat heeft verricht. Over de uitvoering en betaling van die werkzaamheden is een geschil ontstaan. Verweerder heeft in deze kwestie niet als advocaat, maar als privépersoon gehandeld.

De raad overweegt dat het tuchtrecht ook kan gelden voor gedragingen van een advocaat buiten de beroepspraktijk. Als een advocaat zich in privé op een zodanige manier gedraagt dat het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, kan dat toch leiden tot een tuchtrechtelijk verwijt. Daarvoor moet er wel voldoende verband zijn met de beroepsuitoefening, of moet de gedraging voor een advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen.

In dit geval ziet de raad geen aanleiding voor tuchtrechtelijk ingrijpen. De gedragingen en uitlatingen van verweerder vonden plaats in de privésfeer en hebben geen relatie met zijn werk als advocaat. Ook in de civiele procedure tussen klager en verweerder trad verweerder op als privépersoon.

Hoewel verweerder in een WhatsApp-bericht kort verwees naar zijn werk als advocaat, is de inhoud van dat bericht op zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat er sprake is van een relevante link met zijn beroepspraktijk. De raad oordeelt bovendien dat de gedragingen niet als absoluut ongeoorloofd kunnen worden gekwalificeerd. De klacht wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

3. Advocaat wederpartij