Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2025
Uitspraken van tot

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TADRARL:2025:13: Toewijzing van verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet om dossiers onder te kunnen brengen bij andere advocaten

In deze zaak staat een verzoek van de deken centraal om op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet maatregelen te treffen, nadat verweerder eerder op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet is geschorst in de uitoefening van de praktijk. De deken verzoekt de raad om met onmiddellijke ingang verweerder te verplichten de deken en een of meerdere stafjuristen toegang te verschaffen tot de zich in de woning van verweerder bevindende kantoorruimte en tot zijn computer of anderszins tot zijn (fysieke) dossiers, om de dossiers in overleg met de cliënten van verweerder onder te brengen bij andere advocaten. Voor het geval verweerder geen medewerking verleent of kan verlenen, wordt verzocht alle voorzieningen te treffen die de deken nodig acht, waar nodig met hulp van de sterke arm. Verweerder heeft zich intussen laten uitschrijven van het tableau.

De raad constateert dat verweerder na de eerder door de raad opgelegde schorsing nog steeds de beschikking heeft over dossiers van zijn cliënten voor wie hij tot aan zijn schorsing als advocaat optrad. Verweerder heeft structureel geweigerd om die dossiers en een lijst van lopende zaken aan de deken aan te leveren, waardoor onbekend is hoeveel dossiers verweerder nog onder zich heeft en welke werkzaamheden daarin verricht moeten worden. Ook is verweerder onbereikbaar voor zijn waarnemer en heeft verweerder niet gecommuniceerd met cliënten en wederpartijen over zijn schorsing.

De raad stelt vast dat verweerder de onderzoeks- en toezichthoudende taken van de deken frustreert en wijst het eerdergenoemde verzoek van de deken ex artikel 60ab van de Advocatenwet toe. De raad beseft dat de verzochte voorziening vergaand is, maar overweegt dat verweerder vele kansen heeft gehad om vrijwillig aan zijn verplichtingen te voldoen en een minder vergaande oplossing niet mogelijk is. Vanwege het ingrijpende karakter van de verzochte voorziening stelt de raad verweerder alsnog in de gelegenheid om binnen zeven dagen vrijwillig aan de verzoeken van de deken te voldoen.

ECLI:NL:TAHVD:2025:12: Schorsing en coachingstraject wegens tekortschieten in de bijstand van klager en onvoldoende communicatie

Deze zaak betreft een klacht tegen de eigen advocaat. Klager is door verweerder bijgestaan in onder meer een alimentatie- en een gezagskwestie. Klager verwijt verweerder dat hij ernstig is tekortgeschoten in de bijstand van klager. Verweerder heeft verzuimd om stukken bij klager op te vragen en om processtukken aan klager en klagers bewindvoerder toe te sturen. Ook heeft hij klager en klagers bewindvoerder onvoldoende geïnformeerd en hen niet op de hoogte gehouden van de stand van zaken in de procedures en van geplande zittingen, ten gevolge waarvan klager de mogelijkheid is ontnomen om ter zitting te verschijnen.

De raad verklaart de klacht gegrond. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de in artikel 10a van de Advocatenwet vastgelegde kernwaarde deskundigheid en heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur geschaad. De raad weegt daarnaast mee dat deze klachtzaak niet op zichzelf staat en dat verweerder reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld. De raad acht het niet verantwoord dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent en oordeelt dat schrapping van het tableau de enige passende maatregel is.

Het hof ziet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan de raad. Het hof is echter van oordeel dat een en ander minder zwaar aan verweerder moet worden aangerekend dan de raad heeft gedaan, gelet op de verklaringen van verweerder ter zitting en de omstandigheid dat een deel van de verwijten die verweerder kunnen worden gemaakt reeds zijn meegenomen in een eerdere beslissing van het hof. Het hof acht een schorsing van 16 weken aangewezen, waarvan 8 weken voorwaardelijk, en verbindt aan de maatregel – zoals door verweerder zelf is voorgesteld – de bijzondere voorwaarde van een op kosten van verweerder te volgen coachingstraject. Het hof wijst verweerder erop dat hij zich dient te realiseren dat hem hiermee een laatste kans wordt geboden om zijn loopbaan in de advocatuur voort te zetten.

ECLI:NL:TADRARL:2025:18 Berisping wegens onnodig intimiderende aansprakelijkstelling van werknemers wederpartij

Deze zaak betreft een klacht van twee verzekeraars en hun werknemers tegen de advocaat van twee letselschadebureaus en hun bestuurder. De klacht ziet op het handelen van verweerder nadat de verzekeraars hadden aangekondigd de samenwerking met de letselschadebureaus te beëindigen en de bestuurder te registreren in het Extern Verwijzingsregister. Verweerder heeft daarop aan drie commissarissen, een bestuurder en twee werknemers van de verzekeraars gelijkluidende brieven laten betekenen, waarin zij privé aansprakelijk werden gesteld voor een schadeclaim van € 1.7 miljoen en gesommeerd tot onmiddellijke betalingen. De brieven aan de commissarissen en bestuurder werden betekend op het adres van de verzekeraar; die aan de werknemers op hun privéadressen.

De raad stelt dat een advocaat in beginsel ruime vrijheid heeft om de belangen van zijn cliënt te behartigen, maar dat deze vrijheid ophoudt wanneer de belangen van de wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad oordeelt dat verweerder met zijn handelen tegenover de werknemers van de verzekeraars die grens heeft overschreden. De aansprakelijkstelling was gebaseerd op een louter theoretische mogelijkheid en verweerder heeft geen concrete feiten aangevoerd waaruit blijkt dat de werknemers onrechtmatig hebben gehandeld. Ook de wijze van betekening op privéadressen was onnodig intimiderend en zonder afdoende rechtvaardiging.

Ten aanzien van de commissarissen en de bestuurder acht de raad de klacht ongegrond, omdat zij geacht worden weerbaarder te zijn en de betekening op het zakelijke adres plaatsvond. De raad verklaart de klachten van de verzekeraars en hun werknemers deels gegrond en legt aan verweerder de maatregel van berisping op wegens schending van de kernwaarde integriteit en het toebrengen van onevenredig nadeel aan de wederpartij.

ECLI:NL:TAHVD:2025:10: Niet-ontvankelijkheid herzieningsverzoek wegens overschrijding termijn en misbruik van recht

Deze zaak betreft een herzieningsverzoek van een voormalig advocaat tegen de beslissing van het Hof van Discipline van 8 mei 2017, waarbij zijn schrapping van het tableau werd bekrachtigd. Verzoeker stelt dat het door de deken uitgevoerde onderzoek destijds onzorgvuldig was en dat het hof ten onrechte op dit rapport heeft vertrouwd zonder de dossiers zelfstandig te controleren. Hij beroept zich op nieuwe feiten en omstandigheden en op schending van fundamentele rechtsbeginselen.

Het hof stelt voorop dat de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel tegen zijn uitspraken kent en dat herziening slechts bij hoge uitzondering mogelijk is op grond van het herzieningsprotocol. Daarbij geldt een termijn van één jaar na bekendwording van de relevante feiten of na toezending van de uitspraak. Het hof oordeelt dat verzoeker zijn herzieningsverzoek te laat heeft ingediend, zowel voor zover hij zich beroept op nieuwe feiten als op schending van een fundamenteel rechtsbeginsel.

Het hof wijst erop dat verzoeker eerder twee herzieningsverzoeken heeft ingediend, die eveneens zijn afgewezen wegens het ontbreken van nieuwe feiten en omstandigheden en het niet aannemelijk maken van een oneerlijk proces. Het huidige verzoek bevat grotendeels dezelfde bezwaren en argumenten als de eerdere verzoeken. Het hof acht dit misbruik van recht en bepaalt dat een volgend herzieningsverzoek van verzoeker niet meer in behandeling zal worden genomen. Het herzieningsverzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard.

 

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges) 

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

3. Advocaat wederpartij

11. Herziening, nietigheid en herroeping van uitspraken