Update
Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates met daarin opgenomen vier uitspraken van het hof van discipline en een uitspraak van de raad Den Haag.
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TAHVD:2021:211: informatie rechtsbijstandsverzekeraar
Advocaat informeerde de rechtsbijstandsverzekeraar zonder dat cliënt daarvoor toestemming had gegeven. De raad zag daarin geen schending van de geheimhoudingsplicht. Het hof oordeelde anders. Het voornemen van informatieverstrekking had met cliënt moeten worden overlegd. De klacht werd alsnog gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel.
ECLI:NL:TAHVD:2021:209: schikkingsonderhandelingen
De raad Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat bepaalde producties zeker de inhoud van het aan de rechter voorgelegde geschil raken, maar dat daarbij geen sprake is van schikkingsonderhandelingen. Het hof kwam echter wel tot een gegronde klacht. Ook het meedelen van voorwaarden waaronder minnelijk overleg zou kunnen plaatsvinden, valt onder het bereik van Regel 27. Er werd geen maatregel opgelegd.
ECLI:NL:TAHVD:2021:199: toevoegingsperikelen
Opvolgend advocaat geeft aan te gaan werken op een eerder afgegeven toevoeging, waarvan later blijkt dat daarop geen uren meer konden worden verricht. Advocaat stelt dan voor op basis van betaling te gaan werken, waarmee klager instemt. De raad overweegt dat sprake was van een toezegging waarop eenzijdig niet kon worden teruggekomen en kwam tot een waarschuwing. Het hof oordeelde dat op de gewekte verwachting wel mocht worden teruggekomen en verklaarde dit klachtonderdeel alsnog ongegrond.
ECLI:NL:TADRSGR:2021:179: boetebeding
Advocaat hanteert in zijn algemene voorwaarden een boetebeding bij tussentijdse beëindiging van de opdracht. De raad Den Haag overweegt dat gezien de bijzondere (vertrouwens)relatie tussen advocaat en cliënt, de overeenkomst zonder reden kan worden beëindigd. Een boetebeding beperkt de keuzevrijheid van cliënt op een niet gerechtvaardigde en onbetamelijke wijze. Klacht gegrond zonder maatregel.
ECLI:NL:TAHVD:2021:214: informatie verstrekken aan deken
Deken Amsterdam verzoekt alle advocaten in het kader van het toezicht financiële gegevens – zogenoemde kengetallen – te verstrekken. Verweerders bestrijden onder meer de bevoegdheid daartoe en weigeren. Het daaropvolgende dekenbezwaar werd ongegrond geoordeeld. In hoger beroep overweegt het hof onder meer dat met de uitvraag van kengetallen op een objectieve en uniforme wijze inzicht wordt verkregen en het hof acht de deken daartoe bevoegd. De uitvraag dient (mede) als een vordering in de zin van artikel 5:16 Awb te worden gezien. De weigering kan zowel bestuursrechtelijk als tuchtrechtelijk worden getoetst. Gezien de aard van de procedure – een proefproces – legt het hof geen maatregel op.
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)
1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt
-
Hof van Discipline
Dekenbezwaar (kengetallenzaak). De deken heeft in overleg met verweerders een principieel bezwaar voorgelegd aan de tuchtrechter met betrekking tot de vraag of verweerders gehouden zijn mee te werken aan het informatieverzoek (de Uitvraag) om financiële kengetallen van het kantoor, die door de deken als toezichthouder zijn opgevraagd. De landelijk deken heeft evenals de (lokale) deken en verweerders beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad van discipline maar daarbij zelfstandige gronden geformuleerd.
Het hof stelt voorop dat de toezichthoudende taak van de deken is geregeld in art. 45a Aw en de Awb (titel 5.2) en verder is gegeven in art. 3 van de Algemene Beleidsregel toezicht en klachtbehandeling van het College van Toezicht. De handelwijze van de advocaten wordt getoetst aan de normen als omschreven in art. 46 Aw, waarbij de gedragsregels van belang kunnen zijn. Uit Regel 29 jo. Art. 5.20 Awb volgt de verplichting van een advocaat medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden door de deken.
Voor de vraag of de deken bevoegd was de financiële kengetallen uit te vragen, sluit het hof aan bij het door de wetgever geformuleerde doel en karakter van het in de Advocatenwet gewijzigde toezichtstelsel (wpta), namelijk het vroegtijdig en stelselmatig signaleren van normovertredingen en te voorkomen. Het toezicht van de deken op naleving van de regels en normen door advocaten is met name preventief bedoeld. Het hof oordeelt dat de Uitvraag van de deken voldoet aan de uitgangspunten van de wpta, omdat hierdoor op een objectieve en uniforme wijze inzicht wordt verkregen in de financiële positie en daaraan verbonden (potentiële) risico’s voor advocatenkantoren en hun cliënten. De Uitvraag is een vorm van preventief toezicht in de zin van art. 45a Aw, waarvoor de instrumenten uit titel 5.2 van de Awb kunnen worden aangewend door de deken.
Het hof oordeelt vervolgens dat de Uitvraag redelijk is (en materieel voldoet aan de eisen van artikel 5:13 Awb) toetsend aan de norm ex art. 5:13 Awb) en verweerders derhalve gehouden zijn aan de Uitvraag te voldoen. De deken heeft namelijk voldoende gemotiveerd onderbouwd dat voor effectief preventief toezicht benodigd is dat vroegtijdig voldoende financiële informatie wordt verzameld voor een uniforme analyse en vroegtijdig signalering van risico’s.
Ten slotte oordeelt het hof dat de deken zijn toezichthoudende (bestuursrechtelijke) taken zowel via de bestuursrechtelijke als de tuchtrechtelijke weg kan handhaven. De wetgever heeft bij de invoering van de wpta een duidelijker scheiding tussen het bestuursrecht en tuchtrecht aangebracht maar uitdrukkelijk de tuchtrechtelijke route opengehouden.
Het hof concludeert dat verweerders gehouden zijn aan de Uitvraag van de deken mee te werken en legt conform het verzoek van partijen geen maatregel op aan verweerders vanwege de bijzondere aard van deze procedure. 2021-11-15
(Zaaknummer: 210096D, ECLI:NL:TAHVD:2021:214, TR-2021-1070) -
Hof van Discipline
klacht over eigen advocaat. Tijdens de tuchtprocedure over het verstrekken van informatie door de advocaat aan de rechtsbijstandverzekeraar heeft verweerder het procesadvies bij de rechtsbijstandverzekeraar geprobeerd in te trekken en melding gemaakt van de lopende klachtprocedure. Het hof overweegt dat verweerder ook hiermee zijn geheimhoudingsplicht schendt, omdat het - zoals hij destijds uit de raadsbeslissing al kon begrijpen - aan klager is invulling te geven aan zijn polisverplichtingen. Uit de raadsbeslissing kon verweerder geen vingerwijzing opmaken drie jaar na het verweten handelen opnieuw contact op te nemen en ter zake te communiceren. Beroep slaagt, klacht gegrond. Geen oplegging van maatregel vanwege de sterke inhoudelijke samenhang en met de toen gelijktijdig lopende zaak waarin verweerder een berisping opgelegd heeft gekregen.
2021-11-01
(Zaaknummer: 210140, ECLI:NL:TAHVD:2021:211, TR-2021-1085)
3. Advocaat wederpartij
7. Financiële aangelegenheden
-
Hof van Discipline
Klacht over eigen advocaat in familiezaak. Anders dan de raad oordeelt het hof dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door na het intakegesprek, waarin kennelijk de verwachting bij klager is gewekt dat verweerster op basis van toevoeging hem zou bijstaan, een voorstel te doen hem op basis van betaling bij te staan. Het stond klager vrij dat aanbod af te wijzen en een andere advocaat te zoeken. Verder laat de begeleidende tekst bij de toezending van de beschikking te wensen over, maar gezien de omstandigheden van het geval is dit niet zodanig ernstig dat verweerster een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Beroep slaagt, klacht ongegrond.
2021-11-01
(Zaaknummer: 210115, ECLI:NL:TAHVD:2021:199, TR-2021-1009) -
Raad van Discipline 's-Gravenhage
Boetebeding na tussentijds beëindigen van de opdracht door de cliënt niet toegestaan.
2021-11-01
(Zaaknummer: 21-593/DH/RO/D, ECLI:NL:TADRSGR:2021:179, TR-2021-0995)