Naar boven ↑

Rechtspraak

Het dekenbezwaar is in alle onderdelen gegrond. De raad is van oordeel dat het verweten handelen zodanig ernstig is dat aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau moet worden opgelegd. Verweerder heeft de kernwaarden deskundigheid en vertrouwelijkheid geschonden en ook artikelen 4.1. lid 2, 6.2 en 6.3 Voda en Gedragsregels 14 lid 3 en 16 lid 1 en 16 lid 2. Het dekenbezwaar staat niet op zichzelf. In de klachtzaak, waarin de behandeling op dezelfde datum heeft plaatsgevonden en waarvan de uitspraak op dezelfde datum is en die gebaseerd is op hetzelfde feitencomplex, heeft de raad geoordeeld dat verweerder de kernwaarden deskundigheid, onafhankelijkheid, partijdigheid en integriteit heeft geschonden. Gelet op het ne bis in idem beginsel heeft de raad in de klachtzaak geen maatregel opgelegd. Verweerder is al eerder meerdere malen tuchtrechtelijk veroordeeld. Dit dekenbezwaar is het vierde ingediende dekenbezwaar tegen verweerder. Uit de klachtzaak, het dekenbezwaar en de eerdere uitspraken komtĀ een beeld naar voren van een advocaat die blijk geeft zich onvoldoende bewust te zijn van voor de advocatuur elementaire beginselen en regelgeving en zich onvoldoende rekenschap geeft van de belangen die daarmee worden gediend. Uit het handelen van verweerder blijkt dat hij onvoldoende besef heeft van de bijzondere positie die hij als advocaat in het maatschappelijk verkeer vervult en de onafhankelijke integere oordeelsvorming die daarbij van hem wordt verwacht.