Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. Verweerder heeft zich, ondanks een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling en langdurige schorsing wegens het handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen, opnieuw schuldig gemaakt aan handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen. Aldus heeft verweerder opnieuw in ernstige mate tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur in ernstige mate geschaad. Gelet op de ernst van het aan verweerder gemaakte tuchtrechtelijk verwijt en zijn antecedentenlijst ziet de raad het beeld van een advocaat die blijk geeft zich onvoldoende bewust te zijn van voor de advocatuur elementaire beginselen en regelgeving en zich onvoldoende rekenschap geeft van de belangen die daarmee worden gediend. Ter zitting heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen. Uit de houding van verweerder, ook in deze procedure, is op te maken dat hij de ernst van de situatie blijkbaar niet inziet. De ernst van de verweten gedraging, verweerders houding ter zitting, het recidiverende karakter van verweerders misdragingen en zijn tuchtrechtelijk verleden laten geen andere keus dan de maatregel van schrapping. De raad zal op grond van het bovenstaande aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau opleggen.