Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Tussen de familie van klaagster en die van verweerster is sprake van een geschil in de privésfeer. Over en weer zijn aangiftes gedaan van onder meer belaging en bedreiging. In 2021 is klaagster op haar werk tweemaal gebeld. Volgens klaagster was dit verweerster en liet zij zich daarbij grievend en onprofessioneel uit. Er werden diverse beschuldigingen geuit en verweerster zou daarbij meermaals hebben gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Volgens verweerster was het niet zij die de telefoongesprekken voerde, maar haar zuster. Zij stond er naast en bood een luisterend oor. De raad overweegt dat klaagster haar klacht heeft onderbouwd met twee gedetailleerde schriftelijke verklaringen; een van een collega en een van haar werkgeefster. Daartegenover betwist verweerster enkel de geschetste gang van zaken, zonder zelf gedetailleerde informatie te verstrekken hoe een en ander in haar visie gegaan zou zijn. Die betwisting is naar het oordeel van de raad tegenover de onderbouwing van de klacht door klaagster onvoldoende. De raad houdt het er daarom voor dat verweerster (ook) zelf telefonisch heeft gesproken met klaagster en daarbij heeft gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Waarschuwing.