Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de voormalig eigen advocaat. Van belangenverstrengeling (gedragsregel 15) is de raad niet gebleken. Tussen klager en verweerster is niet in geschil dat klager de voormalig cliƫnt was van verweerster en dat zij daarna voor de ex-partner van klager, tegen klager heeft opgetreden. Aangezien klager uitdrukkelijk betwist dat hij verweerster hiervoor toestemming heeft gegeven als bedoeld in gedragsregel 15 lid 4 is het verweerster alleen toegestaan ex-partner in een procedure tegen klager bij te staan, indien is voldaan aan de voorwaarden van gedragsregel 15 lid 3. Aan de eerste voorwaarde is voldaan: De zaak waarin verweerster klager heeft bijgestaan betreft een andere zaak dan waarin zij de ex-partner daarna heeft bijgestaan. Het feit dat beide procedures gaan over een omgangsregeling, doet hier niet aan af nu het niet dezelfde moeders betreft en evenmin dezelfde kinderen. Aan de tweede voorwaarde is voldaan: Verweerster heeft uitdrukkelijk betwist dat zij beschikt over vertrouwelijke informatie met betrekking tot klager en klager heeft niet onderbouwd over welke vertrouwelijke informatie verweerster dan zou beschikken. Ook aan de derde voorwaarde is voldaan: Op zichzelf is denkbaar dat er redelijke bezwaren aanwezig zijn tegen het optreden van verweerster voor de ex-partner, maar klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt welke redelijke bezwaren hij heeft tegen dat optreden van verweerster voor de ex-partner. Het enkele feit dat hij het onprettig en niet netjes vindt dat verweerster voor de ex-partner optreedt, kan niet gelden als dergelijk redelijk bezwaar hiertegen. Van verwijtbaar handelen is dan ook geen sprake.