Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar en TUL. In een eerder dekenbezwaar heeft het hof verweerder een voorwaardelijke schorsing van zes weken opgelegd en als bijzondere voorwaarde gesteld dat verweerder gehouden is om in het lopende onderzoek van de deken volledige medewerking te verlenen en binnen twee weken na deze beslissing de deken inzage te geven in de door de deken verzochte dossiers. Het nieuwe, door de raad gegrond verklaarde, dekenbezwaar houdt in dat verweerder ook na de beslissing van het hof en na een nieuw verzoek van de deken de dossiers weigert te verstrekken. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad en legt in plaats van een schorsing van twaalf weken een schorsing van zesentwintig weken op.
Het hof verklaart verweerder ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging ondanks de vermelding van de raad dat tegen die beslissing geen rechtsmiddel open staat. Het hof bekrachtigt de beslissing tot tenuitvoerlegging van de eerder door het hof aan verweerder voorwaardelijk opgelegde schorsing van zes weken.