Naar boven ↑

Rechtspraak

Belangwekkend in deze zaak is het oordeel van de raad of een klacht ontvankelijk is, indien deze voor de tweede maal wordt ingediend bij de deken. De raad stelt met verweerder vast dat klaagster over het handelen van verweerder in het kader van de klachtbehandeling tegen de mrs. S. en R. – en dus over hetzelfde feitencomplex - medio 2020 reeds een klacht heeft ingediend. Nu deze klacht destijds echter niet is doorgezonden aan de Raad van Discipline, doet de situatie van artikel 47b AW zich naar het oordeel van de raad niet voor: er is in die klachtprocedure immers geen tuchtrechtelijke eindbeslissing in de zin van die bepaling genomen. Klaagster kan derhalve in onderhavige klacht worden ontvangen. Dat betekent dat de raad toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht. Klacht tegen de deken verder ongegrond.