Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de onderliggende civiele procedure stukken over te leggen die volgens klager afkomstig zijn uit zijn privé administratie. Ook al zou op de wijze van verkrijging van een bewijsstuk het een en ander zijn aan te merken dan betekent dat nog niet dat een advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt door dit stuk in een civiele procedure over te leggen. Het is aan de civiele rechter voorbehouden om, indien de wederpartij tegen overlegging van een bewijsstuk bezwaar maakt, te oordelen over de toelaatbaarheid daarvan, waarbij hij rekening zal houden met alle relevante omstandigheden van het geval, zoals de ernst van de door de wijze van verkrijging gemaakte inbreuk op de rechten van de partij die zich tegen de overlegging verzet en het gewicht van het belang dat de andere partij, gelet op de inhoud van het stuk, heeft bij die overlegging. Een advocaat die een hem door zijn cliënt ter beschikking gesteld bewijsstuk in het geding brengt, zal dan ook, behoudens bijzondere omstandigheden, in het algemeen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In het onderhavige geval was geen sprake van dergelijke bijzondere omstandigheden. Verweerster heeft de stukken van haar cliënte ontvangen en het was ook niet zonder meer kenbaar dat het hier ging om stukken uit klagers privé administratie.  De klacht is ongegrond.