Naar boven ↑

Rechtspraak

Wederzijds hoger beroep. Verweerder heeft – in strijd met gedragsregel 15 – tegen zijn cliënt opgetreden. Verweerder heeft geen tuchtrechtelijk verleden maar het gegrond te verklaren verwijt betreft een schending van een kernwaarde voor een advocaat, namelijk de kernwaarde partijdigheid. Het hof betrekt daarbij dat verweerder op ondeugdelijke gronden adviezen van de deken om zich geheel en uit eigen beweging uit de zaak terug te trekken in de wind heeft geslagen en tegen beter weten in heeft vastgehouden aan een (normatief) onhoudbaar standpunt. Die handelwijze acht het hof laakbaar en om die reden kan niet worden volstaan met een waarschuwing en acht het hof een berisping passend.