Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft volgens klagers gehandeld in strijd met Gedragsregel 2 en met de kernwaarde “onafhankelijkheid”. Zijn rol als voorzitter van de raad van commissarissen van een Rabobank is volgens de Nederlandse Bank in strijd met de Corporate Governance Code omdat verweerder vennoot is van hetzelfde kantoor als mr. S. die optreedt voor de Coöperatieve Rabobank U.A. Hij heeft een eigen financieel belang heeft bij het optreden van mr. S. Ook al is van daadwerkelijke belangenverstrengeling geen sprake, de schijn daarvan dient zorgvuldig vermeden te worden. De raad is van oordeel dat het feit dat een kantoorgenoot van verweerder de belangen van de Coöperatieve Rabobank U.A. heeft behartigd in een door klager aanhangig gemaakte procedure tegen die bank wellicht een ontoelaatbare situatie is die in strijd is met de binnen de bankwereld geldende GC-code doch het tuchtrecht van de advocatuur is niet het geëigende middel op daartegen te ageren. De klacht is ongegrond.