Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tegen advocaat van wederpartij. Verweerder, die verantwoordelijk is voor zijn kantoororganisatie, heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de processtukken die hij aan de kantonrechter heeft toegezonden niet gelijktijdig aan de advocaat van klagers toe te zenden. Hiermee heeft verweerder de belangen van klagers onnodig geschaad. Klacht, voor zover aan het hof voorgelegd, gegrond. Beslissing van raad wordt vernietigd voor zover daarbij aan verweerder een voorwaardelijke schorsing voor drie maanden is opgelegd in verband met zijn tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in acht klachten, waarop de raad op 11 juni 2018 tegelijk heeft beslist. Het hof heeft vijf van die klachten tegelijk behandeld en legt in die vijf zaken gezamenlijk een onvoorwaardelijk schorsing op van vier weken met ingang van 15 juli 2019. Beslissing van raad wordt voor het overige bekrachtigd. Ook wordt in deze zaak en in de zaken 180180, 180182, 180184 en 180186, gelet op de samenhang en de bijzondere omstandigheden, een  gezamenlijke proceskostenveroordeling van € 1.000,- opgelegd.