Naar boven ↑

Rechtspraak

Zorgplicht

In het licht van het zwaarwegende belang van de wederpartij dat zij niet op lichtvaardige gronden in staat van faillissement wordt verklaard, kan de advocaat die namens een cliënt faillietverklaring verzoekt, anders dan bij de behandeling van veel andersoortige zaken, niet zonder meer afgaan op door de cliënt verschafte informatie.Het hof overweegt dat mr. R verweerder reeds met de e-mail van 19 mei 2015 op de hoogte heeft gebracht van de “uitdrukkelijke mededeling” van A dat zij geen vordering op klaagster had. Voor zover verweerder zelf niet reeds voorafgaand aan de indiening van de faillissementsaanvraag had moeten onderzoeken of er sprake was van een vordering van A en, zo ja, of er een reële kans bestond dat deze zou worden opgeëist, had het op de weg van verweerder gelegen om in ieder geval naar aanleiding van die e-mail actie te ondernemen, door zich hetzij bij mr. R, hetzij bij A zelf te vergewissen van de feiten. Dat heeft verweerder nagelaten.Verweerder is derhalve in weerwil van duidelijke andersluidende signalen blijven afgaan op de mededelingen van zijn cliënte en ten overstaan van het gerechtshof blijven stellen dat A een vordering op klaagster had. Aldus heeft verweerder de geldende zorgvuldigheidsnorm overtreden. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu verweerder nooit eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, acht het hof in dit geval niet een berisping, maar een waarschuwing gepast.