Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates - 2019-1

Klacht over advocaat wederpartij. Uit het klachtdossier volgt dat alle gesprekspartners er tijdens de gesprekken die in november 2016 hebben plaatsgevonden mee bekend waren dat verweerder van beroep advocaat is. Aldus heeft verweerder tijdens die gesprekken geen onduidelijkheid laten bestaan over zijn hoedanigheid. Vanaf januari 2017 is verweerder de heer S als advocaat gaan bijstaan. Gesteld noch gebleken is dat klagers daarmee niet bekend waren. Aldus kan niet gezegd worden dat verweerder onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij heeft opgetreden. Dat zijn rol gedurende het geschil is veranderd maakt niet dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De raad stelt daarbij in zijn algemeenheid voorop dat het ongewenst kan zijn dat advocaten in meer hoedanigheden bij een zaak betrokken zijn, zoals in de onderhavige kwestie het geval was. Daarin schuilt immers het gevaar van schending van de kernwaarde onafhankelijkheid. Daarnaast kan het optreden van een advocaat met meer hoedanigheden een schijn van onvoldoende integriteit opleveren. In onderhavig geval kan aan het optreden van verweerder evenwel niet de gevolgtrekking worden verbonden dat verweerder opzettelijk onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij heeft opgetreden. Naar het oordeel van de raad heeft bij klagers namelijk geen misverstand kunnen bestaan over de hoedanigheid waarin verweerder optrad in enerzijds de gesprekken in november 2016, en anderzijds de tussen partijen gevoerde procedures vanaf januari 2017. Ook is de raad niet gebleken dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling. Daarvan zou eerst sprake kunnen zijn indien vaststaat dat verweerder in eerste instantie (mede) namens klagers is opgetreden. Klagers hebben weliswaar gesteld dat verweerder als onpartijdig mediator is opgetreden tijdens de gesprekken die plaatsvonden in november 2016, maar klagers hebben deze stelling onvoldoende onderbouwd. Dat verweerder op enig moment als onpartijdig bemiddelaar of mediator voor zowel klager sub 2 als de heer S zou zijn opgetreden blijkt ook niet uit het klachtdossier. Van een mediationovereenkomst of overeengekomen geheimhoudingsplicht is niet gebleken. Klacht in alle onderdelen ongegrond.