Rechtspraak
Klacht betreft het niet tijdig in het geding brengen van producties. Klager verwijt zijn advocaat dat hij pas één dag voor de mondelinge behandeling nog achttien producties heeft overgelegd met als gevolg dat de rechtbank deze producties wegens het late tijdstip van overlegging buiten beschouwing heeft gelaten. Klacht ongegrond. De achttien producties zijn ingebracht naar aanleiding van het verweerschrift van de verzekeraar, dat eerst kort voor de mondelinge behandeling werd ontvangen. Niet, althans onvoldoende, is door klager weersproken, dat een deel van de achttien producties niet eerder dan in de week voorafgaande aan de mondelinge behandeling en een aantal daarvan niet eerder dan twee dagen voor de mondelinge behandeling ter beschikking van verweerder zijn gekomen. Voorts is niet, althans onvoldoende, door klager weersproken dat oorspronkelijk was afgesproken dat de stukken betreffende het arbeidsverleden van klager niet in het geding gebracht zou worden.