Naar boven ↑

Rechtspraak

Op alle punten tekortschietend

(…) dat verweerder de verleende opdracht en de daarvoor geldende (financiële) voorwaarden niet schriftelijk heeft bevestigd aan klager. Het is voorts niet gebleken dat verweerder de financiële consequenties van zijn dienstverlening met klager heeft besproken en inzicht heeft gegeven in de wijze waarop en de frequentie waarmee hij zou declareren. Hij heeft bij de zus van klager mondeling een honorarium van € 12.000,- bedongen en dat bedrag van haar in contanten aanvaard, zonder een kwitantie uit te schrijven of een factuur te sturen. Niet gebleken is dat verweerder zich ervan heeft vergewist of klager met het honorarium instemde. Onduidelijk is of sprake was van een vaste prijsafspraak of een voorschot. Niet is gebleken dat verweerder met de zus van klager dan wel met klager zelf heeft gesproken over het feit dat aan een verdachte in voorlopige hechtenis op grond van de artikelen 40 e.v. Sv kosteloos een raadsman wordt toegevoegd, en dat dat in voorkomende gevallen ook een raadsman van eigen keuze kan zijn. Evenmin is gebleken dat klager dan wel diens zus afstand heeft gedaan van dat recht. Wel heeft verweerder ter zitting van het hof verklaard dat hij achteraf, nadat hem was gebleken dat de ontvangen € 12.000,- volgens verweerder niet dekkend was, zonder klager dan wel diens zus daarover in te lichten, de Raad voor Rechtsbijstand heeft benaderd en van deze nog € 1.000,- extra heeft ontvangen. Dit is niet schriftelijk vastgelegd (het zou telefonisch met de Raad voor Rechtsbijstand zijn afgesproken) en de oorspronkelijke toevoeging is niet gemuteerd. Wat er zij van deze gang van zaken, welke het hof niet heeft kunnen vaststellen, er moet worden geconcludeerd dat de financiële verantwoording van de behandeling van de zaak voor klager volstrekt ondoorzichtig is. Dit is verweerder ernstig aan te rekenen.