Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft in het de letselschadezaken van klagers niet de financiële zorg jegens klagers betracht zoals een behoorlijk advocaat betaamt . Voor zover al zou komen vast te staan dat verweerder een uurtarief met klagers heeft gemaakt, mocht verweerder er niet vanuit gaan dat klagers begrepen dat hij zijn werkzaamheden tegen dat tarief in rekening zou kunnen brengen bij uitblijven van betaling door de verzekeraars. Daarnaast ontbreekt een uitdrukkelijke bevestiging dat klagers afstand hebben gedaan van hun recht op gefinancierde rechtsbijstand (Gedragsregel 24.) Daarnaast is sprake van een verboden prijsafspraak van een bedongen percentage over het te behalen resultaat (Gedragsregel 25 lid 2)., terwijl  het verweer op de mogelijke uitzondering daarop voor letselschadezaken ex artikel 7.9 Voda nog niet gold in 2012. Verweerder heeft zich tevens ten onrechte beroepen op het retentierecht  door de dossiers pas aan opvolgend advocaat af te willen geven na betaling van de (onterecht geoordeelde en maanden later opgemaakte) declaraties (Gedragsregel 27 lid 4). Verweerder heeft niet aan de kwaliteitseisen zoals van een deskundig advocaat verwacht mocht worden door in de zaak van klager een bevoorschotting te vragen bij de verzekeraar van de wederpartij, terwijl daarvoor een reële mogelijkheid bestond ex artikel 6:96 lid 2 BW. Voorwaardelijke schorsing van 15 weken, waarbij ook rekening is gehouden met vergelijkbare eerdere beslissingen van de raad tegen verweerder en het ontbreken van inzicht in zijn verwijtbare handelen.