Naar boven ↑

Rechtspraak

Oproep niet aangetekend, maar klager is verschenen

Klager heeft ter zitting van het hof bezwaar gemaakt tegen de wijze van oproeping voor de zitting. Zijn verwijt is dat hij niet per aangetekende post is opgeroepen. Dit verwijt is echter ten onrechte. Krachtens art. 57 Adv.w. beslist het hof niet op een ingesteld hoger beroep dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de klager. Doel en strekking van die bepaling is dat het hof ter zitting bij niet verschijning van een partij dient vast te stellen dat de betreffende partij behoorlijk is opgeroepen. Indien blijkt dat er niet behoorlijk is opgeroepen, dient het hof de zaak aan te houden en alsnog een behoorlijke oproeping te doen uitgaan. In het geval van klager speelt echter de vraag of er behoorlijk is opgeroepen niet, nu klager ter zitting van het hof is verschenen en bij die gelegenheid alle gelegenheid heeft gekregen om zijn standpunten naar voren te brengen. Klager is dan ook op geen enkele wijze in zijn belangen geschaad. Zijn bezwaren worden verworpen.