Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen kenbare grieven tegen uitspraak

Art. 56 lid 3 van de Adv.w. bepaalt dat beroep moet worden ingesteld door het indienen van een met redenen omklede memorie. Klager heeft het in zijn beroepschrift over de civielrechtelijke aansprakelijkheid van verweerster, maar voert in het geheel geen gronden aan tegen de beslissing van de raad. Wel heeft hij nog om uitstel verzocht tot eind juli ‘om alles goed te kunnen stroomlijnen’. Nu er binnen de appeltermijn geen gronden zijn aangevoerd dient klager dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit hoger beroep.