Naar boven ↑

Rechtspraak

Hetze van deken?

In zijn appelschrift heeft verweerder de juistheid van de klacht in algemene bewoordingen bestreden en gesteld dat “er sprake is van ronselen door klager” en dat “er sprake is van een hetze door de dekens tegen mr. X.”. Ter zitting heeft zijn advocaat kritiek geuit op de wijze waarop de dekens te Y en Z hun taak hebben uitgevoerd en thans nog uitvoeren. Dit betoog – wat daar overigens van zij – moet hier buiten beschouwing blijven, nu de zaak niet handelt over het optreden van een deken. De klacht handelt ook in hoger beroep over het optreden van verweerder jegens een andere (opvolgend) raadsman. Overigens wordt voor de kritiek op de wijze waarop de deken in deze zijn taak heeft uitgeoefend geen feitelijke onderbouwing gegeven.