Naar boven ↑

Rechtspraak

Discretionaire bevoegdheid deken

De beoordeling door de deken of hij een dekenbezwaar zal indienen, is een discretionaire bevoegdheid van de deken die door de tuchtrechter marginaal wordt getoetst. (…). Als er naar het oordeel van de deken sprake is van een optreden van een advocaat in strijd met de normen van art. 46 Adv.w. en de deken daarover een dekenbezwaar indient, is de deken daarin – behoudens de genoemde marginale toetsing – ontvankelijk, waarna door de tuchtrechter uiteraard nog moet worden beoordeeld of het bezwaar gegrond is. Daarbij is niet van belang of de cliënt zelf ook een klacht heeft ingediend of juist heeft laten weten tevreden te zijn over het optreden van de advocaat. Ook onder de tot 1 januari 2015 geldende Adv.w. is de deken overigens ontvankelijk geoordeeld in een dekenbezwaar dat de kwaliteit van de individuele dienstverlening betrof (HvD 6 februari 2012, 6116).

(HvD 11 juli 2016, 160030)