Naar boven ↑

Rechtspraak

Verzoek aanwijzing advocaat. Beklag (art. 13). Klager wenst dat hem een advocaat wordt aangewezen voor een procedure tot herroeping van het arrest van het gerechtshof. Klager stelt dat het gerechtshof in zijn uitspraak de door hem overgelegde stukken niet heeft meegewogen. De aanvankelijk door klager genoemde grond, dat de wederpartij bedrog heeft gepleegd, wordt door hem niet gehandhaafd. Nu klager niet langer stelt dat het gerechtshof stukken zijn onthouden, levert de stelling van klager evident geen grond voor herroeping als bedoeld in artikel 382 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op. Een herroepingsprocedure moet dus als kansloos worden aangemerkt. Reeds op die grond heeft de deken met juistheid geoordeeld dat het verzoek van klager geen redelijke kans van slagen heeft. Het beklag van klager is dus ongegrond.