Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij op juiste wijze en binnen de grenzen van haar vrijheid als partijdige belangenbehartiger gehandeld. De juistheid van het verwijt van klager dat verweerster - tot overlijden - zonder rechtsgeldige opdracht voor de vader van klager heeft gewerkt omdat de vader toen niet in staat was om zijn wil te bepalen, kan de voorzitter, tegenover de betwisting daarvan door verweerster dat zij destijds - toen de vader meer helder van geest was - de vader heeft bezocht, de zaak met hem heeft besproken en in zijn opdracht en met instemming van de bewindvoerder van de vader gerechtelijke procedures namens de vader aanhangig heeft gemaakt, niet vaststellen. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen jegens of over klager en evenmin van bedreiging door verweerster. Klachten kennelijk ongegrond.