Naar boven ↑

Rechtspraak

Eerst optreden voor stichting met klager als bestuurder en daarna tegen klager met een verwante zaak

(…) van zodanig nauwe verwevenheid van klager en verweerder dat verweerder zich had dienen te onthouden van het optreden tegen klager. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door als advocaat de procedure tegen klager te voeren. Gelet op de ratio van gedragsregel 7 lid 4 (15 nieuw) moet klager erop kunnen vertrouwen dat informatie die vertrouwelijk aan zijn advocaat is meegedeeld, niet later tegen hem wordt gebruikt. Of (achteraf) al dan niet gebruik is gemaakt van zulke informatie is dan niet relevant. Verweerder droeg uit de contacten in de eerste procedure kennis van zaken en de persoon van klager. Verweerder heeft bovendien geen rekening gehouden met de gerechtvaardigde gevoelens van klager. Hij had behoren te begrijpen dat het voor klager zeer onaangenaam is dat degene die eerst zijn (directe en indirecte) belangen diende hem kort nadien gaat bestrijden, en dan nog wel in een nauw verwante aangelegenheid.